Wandelkledij

Sinds de mens als bekroning van de schepping op twee voeten is gaan lopen en zijn dikke vel heeft verloren, is kleding onze tweede huis geworden dat ons gevoelige, beschaafde luxelichaam beschermt tegen alle schadelijke invloeden van buiten. Dan weer heersen storm, kou en regen en betrekt niet alleen de lucht, maar ook het humeur, dan weer is het overmatig heet en verbrandt de zon de huid.
"Slecht weer bestaat niet, alleen ongeschikte kleding" zegt een spreekwoord dat bij iedere wandelaar bekend is. Naast de directe bescherming tegen weersomstandigheden moet de kleding het ons lichaam mogelijk maken overtollige warmte en zweet in de vorm van waterdamp aan de omgeving af te staan. Dat is een zeer belangrijke eigenschap omdat bij inspannende tochten het vloeistofverbruik zeer groot is en wel twee liter/uur kan bedragen. De kleding moet in allerlei situaties dienst kunnen doen, tot het noodzakelijkste beperkt blijven en zeer veelzijdig zijn.
Wat betreft kleiding zijn er veel mogelijkheden, het is natuurlijk afhankelijk van wat je aangenaam vindt om te dragen tijden het wandelen, van het weer (koud/warm/droog/nat) en van het prijskaartje.
Het is vooral belangrijk dat je kleding kiest waarin je goed kunt bewegen.
Wanneer het weer kouder wordt kun je best meerdere laagjes aan trekken, krijg je het dan tijdens het wandelen te warm, dan kun je een laagje uitdoen zonder het onmiddellijk koud te krijgen. Afhankelijk van de temperatuur kan je je met verscheidene dunne kledingstukken aanzienlijk beter aanpassen aan veranderende weersomstandigheden en zo overmatige warmteontwikkeling voorkomen. Je trekt beter een T-shirt, een dunne sweater en een fleece over elkaar aantrekken, dan enkel een dikke trui. Als het warm is, trek je gewoon een "dun" laagje uit.
Het perfecte lagensysteem kwam over de jaren heen tot stand: het regelt onze lichaamstemperatuur en beschermt ons tegen de elementen. Het systeem werkt met drie eenvoudige, maar totaal verschillende kledinglagen die je kan afstellen, niet alleen op weersveranderingen maar ook op je eigen microklimaat. Het lagenprincipe bestaat erin de drie lagen in je voordeel te gebruiken om in de buitenlucht veilig en comfortabel te kunnen functioneren. We spreken van een basislaag, een tussenlaag en een buitenlaag.
De basislaag wordt rechtstreeks op de huid gedragen en vervult twee functies:
- het voert zweet van de huid weg naar de buitenlagen
- het houdt het lichaam warm
Als basismateriaal wordt vaak polyester gebruikt omdat dit warmte biedt, goed het zweet afvoert en comfortabel is om te dragen. Katoen wordt best vermeden in de basislaag omdat katoen het zweet absorbeert en vast houdt.
De tussenlaag wordt op de basislaag gedragen. Dit kledingstuk zorgt ervoor dat de lichaamswarmte wordt ingesloten en vormt een laag warme, stilstaande lucht. Hier kan zowel fleece als dons als materiaal voorkomen. Fleece wordt het meest als tussenlaag gedragen, het is een doeltreffende isolatiestof met een hoge warmte/ gewichtsverhouding en is uiterst veelzijdig.
De buitenlaag dient ons enerzijds te beschermen tegen de wind, zodat de basis- en tussenlaag de warmte kunnen insluiten en anderzijds tegen het water, zodat we droog blijven. De beste buitenlaag is een ademende daar zij ervoor zorgt dat waterdampmoleculen die vrij komen bij het zweten naar buiten kunnen ontsnappen, maar de grotere waterdruppels (van de regen) de laag niet kunnen binnendringen.
Bij warm weer is luchtige en ademende kleding aan te raden. In de betere buitensport- of sportwinkel zijn jassen en truien met ventilatiegaten onder de oksels aanwezig, dit bevordert de afvoer van de warmte naar buiten.
Zorg ervoor dat je altijd voorbereid op pad gaat, luister naar het weerbericht en neem regenkledij mee als het nodig is.


TERUG