Forensische geneeskunde

Taken

De volgende werkzaamheden worden door de forensisch geneeskundige of politiearts uitgevoerd:

1. Geneeskundige hulp aan arrestanten

2. Ambtelijke lijkschouwingen

3. Medische verklaring inzake mishandeling

4. Geneeskundig onderzoek bij zedendelicten

5. Bloed- en urine afname om het alcoholpromillage te bepalen

6. Overige taken

Geneeskundige hulp aan arrestanten
De GGD-arts verzorgt op de verschillende politiebureaus in Flevoland de medische hulpverlening voor de arrestanten. De arrestanten kunnen in geval van gezondheidsproblemen via de politie aan de GGD-arts een consult vragen. Naast de gewone huisartsgeneeskundige hulp, gaat het vaak om hulpverlening aan (harddrugs) verslaafde arrestanten, die via het consultatiebureau Alcohol en Drugs (Cad) methadon voorgeschreven krijgen. Ook kan de politie zelf de GGD-arts vragen een arrestant medisch te onderzoeken, bijvoorbeeld om arrestanten met psychische klachten te beoordelen. Wanneer een opname in een psychiatrisch ziekenhuis nodig is wordt door de GGD-arts het RIAGG ingeschakeld.

De GGD arts is ook regelmatig betrokken bij arrestanten die onder invloed van alcohol de openbare orde hebben verstoord. De politie vraagt de GGD-arts dan om te beoordelen of de arrestant in deze staat ingesloten mag worden. In geval van overmatig alcoholgebruik, soms ook nog in combinatie met drugsgebruik, kan het medisch onverantwoord zijn om arrestanten een cel in te sluiten zonder medisch toezicht. 

Ambtelijke lijkschouwingen
Er bestaat een verschil tussen een natuurlijke dood en een niet-natuurlijke dood. Een natuurlijke dood is elke dood als gevolg van ziekte en/of ouderdom. In Nederland overlijdt circa 95 % van de mensen als gevolg van een natuurlijke oorzaak. Elk ander overlijden wordt als niet-natuurlijk opgevat. Bij een niet-natuurlijke dood bestaat de mogelijkheid van schuld of opzet van derden. In circa 5 % van de gevallen spelen uitwendige (gewelds-) factoren een rol. De volgende categorieën van niet-natuurlijke dood kunnen worden genoemd:

  • moord, doodslag, mishandeling de dood tot gevolge hebbend
  • ongeval (al of niet met schuld)
  • suïcide (zelfdoding)
  • hulp bij suïcide (hulp bij zelfdoding)
  • euthanasie
  • onjuist ingeschatte, onjuist gedoseerde, en/of technisch onjuiste uitgevoerde medische handelingen (of complicaties daarvan).

In het geval van een niet-natuurlijk overlijden treedt de GGD-arts op als gemeentelijk lijkschouwer. De taak van de gemeentelijk lijkschouwer is om de oorzaak van de dood te achterhalen, vaak in nauwe samenwerking met de technische recherche van de politie. Een lijkschouw wordt vaak in het ziekenhuis verricht. De GGD-arts brengt uitvoerig verslag uit aan de Officier van Justitie over zijn bevindingen.

De gemeentelijk lijkschouwer treedt in het geval van een euthanasie op als intermediair tussen de arts die de euthanasie heeft toegepast en de regionale 1e toetsingscommissie, in dit geval de Officier van Justitie. De taak van de GGD-arts is om te controleren of de arts voldaan heeft aan de juiste procedurevoorschriften voor een euthanasie, om daarvan melding te maken aan de Officier van Justitie en om alle papieren door te zenden aan bovengenoemde commissie.

Medische verklaring inzake mishandeling
Een persoon die het slachtoffer is geworden van lichamelijke mishandeling kan daarvoor bij de politie aangifte doen. De politie kan het slachtoffer naar de GGD verwijzen, waar een verklaring kan worden opgesteld over het waarneembaar opgelopen letsel. Deze verklaring wordt door de politie toegevoegd aan het proces-verbaal en kan verder gebruikt worden als bewijsmateriaal tegen de verdachte.

Geneeskundig onderzoek bij zedendelicten
Indien bij de politie aangifte wordt gedaan van een zedendelict (verkrachting, aanranding, etc.), kan de politie aan de GGD-arts vragen om een onderzoek bij het slachtoffer in te stellen. Dit onderzoek moet bewijsmateriaal opleveren tegen de verdachte. Het spreekt voor zich dat het slachtoffer wel akkoord moet gaan met het in te stellen onderzoek. Er bestaan mogelijkheden om een vrouwelijke arts in te zetten voor het onderzoek.

Een verdachte moet een vergelijkbaar onderzoek ondergaan. Er wordt gezocht naar sporen van het misdrijf, zoals haren, sperma en verwondingen. Door het gerechtelijk laboratorium worden de sporen nader onderzocht. Zelfs DNA-onderzoek is mogelijk.

Veel aandacht geeft de GGD aan de situatie waarin het slachtoffer zich kan bevinden. Verdere begeleiding en nazorg wordt direct afgesproken. Ook wordt gezorgd voor een goede behandeling in verband met het risico op geslachtsziekten.

Bloed- en urine afname om het alcoholpromillage te bepalen
De politie gebruikt normaal gesproken een blaasapparaat om het alcoholpromillage te bepalen. Als iemand niet in staat is te blazen, vraagt de politie de GGD-arts om een bloedproef af te nemen om het alcoholpromillage te bepalen. Een enkele keer kan urine worden afgenomen. Hiermee wordt onderzocht of drugs en/of geneesmiddelen gebruikt zijn die de rijvaardigheid beïnvloed kunnen hebben.

Overige taken
Verder adviseert de GGD de politie over allerlei medische zaken en problemen die zij tegenkomt. Dat kan van alles zijn. Medische expertise kan nodig zijn bij bijvoorbeeld mensen die onder hypnose door de politie worden verhoord, bij identificatie van dodelijke slachtoffers, bij het vaststellen van de leeftijd van bijvoorbeeld illegaal in Nederland verblijvende personen, etc.