Schoolkrantartikel voor ouders van basisschoolleerlingen

Tandletsel
Elektrisch of niet?
Duim- vinger- en speenzuigen
Trakteren op school
Fluoride

 

Tandletsel

Welke ongelukken met het gebit komen het meest voor?
Een tand kan afbreken, hij kan los gaan staan of uit de mond worden geslagen.

Wat moet u doen als een tand is afgebroken?
Als er een stuk is afgebroken, ga dan zo snel mogelijk naar de tandarts. Daarmee wordt voorkomen dat de tand gaat onsteken. De kapotte tand zal meestal worden opgevuld met een witte vulling.
Aan een afgebroken melktand wordt doorgaans niets gedaan omdat de melktanden toch nog wisselen. Vaak slijpt de tandarts de rand van de tand glad, zodat de tong niet wordt beschadigd.

Wat moet u doen als een tand los staat?
Niet aankomen of terugduwen. Direct naar de tandarts gaan.

Wat moet u doen bij een tand die eruit is?
Bij een blijvend gebit kan de uitgeslagen tand het beste direct op zijn plek worden teruggezet. Dan is de kans groot dat de tand weer vastgroeit.

  1. Zoek daarom de tand snel op

  2. Pak de tand bij de kroon vast, dat is het deel van de tand dat normaal boven het tandvlees zichtbaar is;

  3. Spoel de tand schoon, bij voorkeur in een bakje met melk, of anders met water. Poets de tand niet schoon! Als er geen water in de buurt is, kan de tand ook met de mond worden schoon gezogen;

  4. Is de tand schoon, zet hem dan terug op zijn plek in de kaak;

  5. Hou vervolgens de tanden op elkaar met een zakdoekje of een gaasje. Zo blijft de tand het beste op zijn plaats.

  6. Ga vervolgens zo snel mogelijk naar de tandarts. Die zal de tand terugplaatsen en vastzetten.

Wat moet u doen als het terugzetten van de tand niet gaat?
Zorg er in ieder geval voor dat de tand vochtig blijft. Hij mag in geen geval uitdrogen. Is de tand langer dan een half uur droog geweest, dan kan hij nauwelijks meer met succes worden teruggezet. Het beste is de tand in een beker met melk te doen. Als er geen melk in de buurt is, is water, met eventueel wat zout, ook goed. De tand kan ook los in de mond worden bewaard, bij voorkeur in de ruimte tussen de kiezen en de wang. Maar ga altijd direct naar de tandarts.

Als u verder nog vragen hebt, kunt u ze gerust aan de tandarts stellen.

 

Elektrisch of niet

Veel mensen vragen zich af of de aanschaf van een elektrische tandenborstel voor hun mond zinvol is. De mening hierover is in de loop der jaren bijgesteld. Was het vroeger met name nuttig voor gehandicapten en mensen met motorische beperkingen, tegenwoordig wordt elektrisch poetsen voor steeds meer mensen geadviseerd.

Deze gewijzigde inzichten komen voort uit de ontwikkeling van steeds betere en efficienter werkende elektrische tandenborstels. Vooral de ronddraaiende borstels met ronde borstelkopjes blijken erg goed tandplak te verwijderen.

Een voorwaarde om werkelijk de plak goed te verwijderen is dat de borstel op de goed manier gebruikt wordt. Belangrijk hierbij is de borstel zelf zijn werk te laten doen. Geen heen en weergaande poestbeweging meer maken maar de borstel tegen het tandvleesrandje aanzetten en steeds een klein stukje opschuiven. Houdt bij het poetsen een vaste volgorde aan. Hierdoor kan meer gelet worden op de plek waar de tandenborstel neergezet wordt. Sommige plekjes blijken in de praktijk al best lastig te zijn om goed te bereiken. Zoals bijvoorbeeld de binnenkant (waar de tong zit) van de laatste kiezen in de onderkaak.

Let op dat naast het elektrisch poetsen de reiniging tussen tanden en kiezen nog steeds nodig is. De ruimte tussen de tanden en kiezen zullen net als bij gebruik van een handtandenborstel met tandenstokers of flossdraad moeten worden schoongemaakt.

Wat zijn de voor- en nadelen van een elektrische borstel?
Voordelen:

  • Gemak: er hoeft geen poetsbeweging te worden gemaakt;

  • Dit gemak zorgt er meestal voor dat uw gebit schoner wordt;

  • Het is een goed hulpmiddel om kinderne te helpen bij het poetsen van hun gebit.

Nadelen:

  • De elektrische tandenborstel is duurder;

  • De elektrische tandenborstel moet worden opgeladen;

  • De elektrische tandenborstel is kwetsbaarder, indien hij op de grond valt, kan hij kapot gaan.

Duim- vinger- en speenzuigen

Duimen of vingerzuigen.

Voor veel kinderen is dit een dagelijkse of nachtelijke bezigheid. De behoefte om op duim of andere vingers te zuigen komt voort uit de zuigbehoefte in het eerste levensjaar.

De fopspeen.

Bij een sterke zuigbehoefte kan gebruik worden gemaakt van een fopspeen, dit kan het duimen voorkomen. Na het eerste jaar moet het gebruik van de fopspeen worden afgeleerd. Begin hiermee overdag.

Gevolgen van duimzuigen.

  • Verkeerde tonghouding, dit kan verkeerd slikgedrag tot gevolg hebben.

  • Afwijkende spraak.

  • Scheefstaande tanden en vervorming van de kaak.

  • Mondademhalen.

Afleren van het duimen of het gebruik van de fopspeen.

Vanaf het vierde jaar is het kind in staat om actief mee te werken en samen met u het duimen af te leren. Het is belangrijk om samen aan de slag te gaan en de gevolgen van het duimen uit te leggen.

Veel kinderen vinden het niet fijn om in 1 keer te stoppen met duimen. Bouw dit daarom langzaam af. Geef voor elke gelukte stap een kleine beloning. Stimuleer al gauw het inslapen zonder duim. Als het kind slaapt, dan de duim uit de mond halen en de lippen sluiten.

Hulpmiddelen

  • Door het lakken van de nagels met een felle kleur kan uw kind herinnerd worden aan het besluit om het duimen af te leren.

  • Maak duim- of vingerpoppetjes van restjes stof. Wanneer kinderen deze dragen, kunnen ze niet duimen. Deze kunnen ook �s nachts gebruikt worden.

  • Hang tekeningen, stickers of duimpoppetjes op die plaatsen in huis waar het kind vaak duimt. Dit is een geheugensteuntje voor uw kind, om niet meer te duimen.

  • Plak een pleister op de duim of vinger.

  • Laat het kind slapen met een sok om de hand.

Tips

  • Geef uw kind regelmatig een pluimpje als het zijn best doet om niet te duimen.

  • Belonen heeft meer effect dan straffen.

  • Duimen vindt vaak plaats als het kind moe is, zich onzeker voelt of zich verveeld. Probeer dan samen iets leuks te gaan doen.

Heeft u vragen, wilt u advies of informatie, dan kunt u contact opnemen met:

  • Tandheelkundig preventief medewerker van de GGD.

  • Logopediste van de GGD, alleen gemeente Noordoostpolder

  • Jeugdarts of jeugdverpleegkundige van de GGD.

  • Uw tandarts of mondhygi�nist.

  • Consultatie-bureau arts.

Trakteren op school

Jarig zijn is feest! Juist in de klas op school met het hoogtepunt het trakteren.

Toch kan het voor ouders lastig zijn weer iets nieuws te bedenken om hun kind uit te laten delen. Het liefst iets wat niet te kostbaar is, niet te veel tijd kost om te maken en wat nog gezond is ook.

De manier waarop een kind iets geeft of krijgt is vaak belangrijker dan de smaak. En de voorpret tijdens het samen maken van de traktaties is belangrijk. Een traktatie hoeft dus niet altijd zoet (snoep) te zijn. Ook moet een traktatie een aardigheidje blijven en niet ontaarden in een wedstrijd rond steeds meer en anders lekkers.

Het beste moment voor het trakteren is vlak voor de ochtendpauze. Tijdens de pauze eten en drinken de kinderen toch al iets. Voor het gebit is het in ieder geval belangrijk het aantal eetmomenten te beperken tot zeven. Dit betekent per dag drie maaltijden en maximaal vier keer iets tussendoor.

Traktaties kunnen vervoerd worden in een feestelijke rieten mand maar ook een opvouwbare boodschappenkrat kan heel mooi versierd worden.

Enkele suggesties voor eetbare en niet eetbare traktatiemogelijkheden willen wij u hierbij graag geven.

eetbaar:

  • mini-pizza�s
  • 2 mini croissants aan feestelijke prikker (24 partycroissants in blik, supermarkt)
  • bosje zoute stokjes of soepstengels met lint erom of verpakt in cr�pe papier
  • appelflapjes van bladerdeeg met stukjes appel erin
  • ketting of armband van noten in de dop of zoute ringen
  • feestelijke papieren drinkbeker gevuld met popcorn
  • prikker met stukje kaas, stukje worst en stukje fruit (mandarijn, druif)
  • pannekoekjes opgerold of opgevouwen
  • kleine vruchtenkwarkjes (danoontjes of ander merk)

niet-eetbaar:

  • stuiterbal
  • sticker
  • pen
  • knikker in zakje
  • kleurkrijtjes
  • kauwgom
  • ballon

Een uitgebreide map "Gezond Trakteren" met daarin een heleboel uitgewerkte traktatie idee�n is te leen bij de GGD Flevoland. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de tandheelkundig preventief medewerker van de GGD Flevoland, in Lelystad, telefoonnummer 0320-276211, in Almere telefoonnr. 036-5357300.

Schoolkrantartikel bestemd voor ouders van basisschoolleerlingen onderbouw.

 

Fluoride

Er is tot nu toe veel geschreven over fluoride. Uit onderzoek blijkt wel dat fluoride ervoor zorgt dat het gebit sterker wordt en daardoor beter bestand is tegen tandbederf (gaatjes). Zodra tanden en kiezen doorkomen is het buitenste laagje (glazuur) van de tanden en kiezen nog niet hard genoeg en dus erg kwetsbaar. Pas na ongeveer 1 � 2 jaar na het doorkomen zijn de tanden en kiezen voldoende uitgehard.

In oktober 1998 is landelijk het fluoride-advies gewijzigd. De belangrijkste reden voor deze wijziging is dat uit nieuw onderzoek naar voren komt dat de belangrijkste fluoride toepassing die via tandpasta�s is. Adviezen over fluoride-tabletjes bleken over het algemeen slecht te worden uitgevoerd. Het effect van tandenpoetsen met fluoride-tandpasta�s blijkt hoger te zijn dan het effect van fluoridetabletjes op tanden en kiezen die nog moeten doorkomen. Wel is het belangrijk tanden en kiezen die net doorkomen al meteen te poetsen met fluoride-tandpasta, dit geldt ook voor baby�s die hun eerste tandjes krijgen.

Er is een verschil tussen fluoride-peuter-tandpasta en fluoride-tandpasta voor volwassenen. De hoeveelheid fluoride in peutertandpasta�s is 500-750 ppm (parts per million). De hoeveelheid fluoride in tandpasta�s voor volwassenen is 1000-1500 ppm, ruim 2x zoveel dus.

In de provincie Flevoland wordt het landelijk vastgestelde fluoride advies aanbevolen. Voor het overzicht volgt hier het volledige advies.

0 en 1 jaar:

  • Vanaf het doorbreken van de eerste tandjes: eenmaal per dag poetsen met fluoride-peuter-tandpasta

2, 3 en 4 jaar:

  • Tweemaal per dag poetsen met fluoride-peuter-tandpasta.

5 jaar en ouder:

  • Tweemaal per dag poetsen met fluoride-tandpasta voor volwassenen.

Voor alle leeftijden geldt: extra fluoride-maatregelen op individueel advies van de consultatiebureau-arts, tandarts of mondhygi�nist.

 Nog enkele tips:

  1. Gebruik niet meer dan een "erwtje" fluoridetandpasta per poetsbeurt.
  2. Als kleine kinderen de peuter-tandpasta tijdens het poetsen inslikken, kan dat geen kwaad.
  3. Twee keer per dag tandenpoetsen is voldoende; na het ontbijt en voor het slapen gaan.
  4. Spoelen met water na het poetsen hoeft niet meer. Een beetje tandpasta mag best op het gebit achterblijven na het poetsen; de fluoride kan dan nog iets langer zijn werk doen.
  5. Napoetsen of helpen met tandenpoetsen door ��n van de ouders blijft belangrijk totdat het kind ongeveer 9 jaar is.