Cursussen en themabijeenkomsten kindermishandeling 

Inleiding

Het Bureau Voorkóming Kindermishandeling van de GGD heeft voor leerlingbegeleiders, mentoren en docenten (in welk vak dan ook) een cursus over kindermishandeling.

In deze cursus komen aan de orde vragen als:

  • Wat is kindermishandeling?
  • Hoe kunnen volwassenen zo ver komen dat ze een kind mishandelen?
  • Hoe herken je een leerling die mishandeld wordt?
  • Hoe voer je een gesprek met een leerling die mogelijk mishandeld wordt?
  • Hoe voer je een gesprek met een ouder bij een vermoeden van mishandeling?
  • Waar begint en eindigt de verantwoordelijkheid van de individuele leerkracht?
  • Wat is de verantwoordelijkheid van de school met betrekking tot kindermishandeling?
  • Hoe werkt de hulpverlening?
  • Hoe kun je kindermishandeling in de klas bespreken?

Doel

  • De deelnemers gevoeliger te maken voor het verschijnsel kindermishandeling.
  • Docenten bewuster te maken van hun eigen normen, waarden en emoties ten opzichte van kindermishandeling.
  • Hun (gespreks-)vaardigheden te vergroten in het omgaan met kindermishandeling en met betrekking tot de eerste opvang van mishandelde kinderen en jongeren.
  • Ze te stimuleren tot preventieve activiteiten en wegwijs te maken in het hulpverleningsnetwerk en de mogelijkheden voor doorverwijzing.
  • Maar ook duidelijk te maken waar de begrenzingen en beperkingen liggen van de rol die je als docent kunt vervullen.

Doelgroep

Leerlingbegeleiders, mentoren en docenten (van welk vak dan ook) van het voortgezet onderwijs. Zij kunnen allen te maken krijgen of hebben met jongeren die mishandeld worden

Inhoud en werkwijze

De cursus wil deskundigheidsbevorderend zijn, een deskundigheid die zich vertaalt in praktisch handelen en niet alleen ‘weten’. Hieraan wordt gewerkt met behulp van audiovisueel materiaal en een aantal verschillende werkvormen. Door middel van een aantal oefeningen krijgen de deelnemers inzicht in deelaspecten van het onderwerp. Audiovisueel materiaal wordt gebruikt als aanzet tot discussie, uitwisseling van ervaringen en als aanzet tot het onderzoeken van eigen waarden en normen. Tevens geven de films informatie over de diverse vormen van kindermishandeling.

Een van de bijeenkomsten bestaat uit een workshop over signalering en gespreksvoering bij een vermoeden van (seksuele) kindermishandeling. In deze workshop worden acteurs ingezet als trainingsmiddel voor het oefenen van gesprekken. De deelnemers kunnen zich trainen in gespreksvoering door daadwerkelijk in gesprek te gaan met een leerling of een ouder. Deze rollen worden dan vormgegeven door de acteurs. Uiteraard wordt deze workshop afgesloten met een uitgebreide feedback naar aanleiding van wat op de spelvloer heeft plaatsgevonden.

Tussen de bijeenkomsten wordt aan de deelnemers gevraagd een thuisopdracht te maken. Deze zijn zodanig dat de cursisten voor zichzelf, bij wijze van voorbereiding, een aantal zaken op een rij kunnen zetten. Bij de vaststelling van de thuisopdrachten wordt rekening gehouden met de beperkte tijd waarover de meeste docenten beschikken.

Duur

Vier Bijeenkomsten van ± 2,5 uur. Het streven is dat de cursus in een tijdsbestek van acht weken gegeven wordt.

Plaats en tijd

De plaats en tijd wordt in overleg met de school vastgesteld. De bijeenkomsten kunnen zowel in de ochtend-, middag-, als avonduren gehouden worden.

Kosten

De cursus wordt in overleg met de school op maat samengesteld. Een offerte wordt op basis van de vraag en behoefte gemaakt.


Cursus over kindermishadeling 
voor leerkrachten in het primair onderwijs

Inleiding

Het Bureau Voorkóming Kindermishandeling van de GGD heeft voor het primair onderwijs een cursus over de aanpak van kindermishandeling. De cursus is bedoeld voor leerkrachten die al iets van het onderwerp afweten en is vooral gericht op het aanleren van vaardigheden. Centraal in de cursus staan de vragen:

"Wat kan ik als leerkracht en wat kunnen wij als school doen bij kindermishandeling op onze school? Hoe gaan we ermee om en tot hoever gaat onze verantwoordelijkheid?"

Doel

De cursisten meer vertrouwd te maken met het onderwerp kindermishandeling en hen middelen en kennis aan te reiken, waardoor zij in staat zijn een (vermoedelijk) mishandeld kind beter tegemoet te treden.

De deelnemers kennis te laten maken met bestaand preventiemateriaal, de mogelijkheden daarvan, waardoor zij gemotiveerd kunnen worden het onderwerp in de klas bespreekbaar te maken.

Doelgroep

Leerkrachten, leerlingbegeleiders, cozo’s werkzaam in het primair onderwijs, die al iets van het onderwerp afweten. De (cursus)groep kan bestaan uit een schoolteam of, indien men dat wenst, uit deelnemers van verschillende scholen.

Inhoud en werkwijze

In de cursus wordt uitgebreid aandacht besteed aan de vier functies die de school kan vervullen bij kindermishandeling:

  • Signaleren; Hierbij denken we aan gedragskenmerken/ uiterlijke kenmerken die uitdrukken dat het niet goed gaat met het betreffende kind. Voor een leerkracht is het belangrijk weet te hebben van deze signalen en te proberen zijn signaalgevoeligheid te vergroten.
  • Ondersteunen; Het bieden van een luisterend oor, een veilige plek, een vinger aan de pols houden en dergelijke. Ook het voeren van een gesprek met een (vermoedelijk) mishandeld kind kan een vorm van ondersteuning voor het kind zijn.
  • Bemiddelen; De leerkracht kan een leerling of de ouders verwijzen naar de hulpverlening en/ of stappen ondernemen zodat de mishandeling ophoudt. Het ontwikkelen van schoolbeleid in dezen en het (gebruik) maken van een stappenplan is hierbij van belang.
  • Preventie; De school heeft de mogelijkheid kindermishandeling bespreekbaar te maken in de klas en eventueel met ouders. Ook het gebruik van programma’s ter vergroting van de weerbaarheid van kinderen kan een vorm van preventie zijn.

Bij alle bovengenoemde aspecten is het van groot belang dat de school de grenzen van zijn mogelijkheden in de gaten blijft houden. De cursus wil vooral deskundigheidsbevorderend zijn. Met behulp van verschillende werkvormen en audiovisueel materiaal wordt gezorgd voor inzicht in deelaspecten van het onderwerp. Verder wordt er veel aandacht besteed aan het uitwisselen van ervaringen en het oefenen van praktisch handelen.

Een van de bijeenkomsten bestaat uit een workshop over gespreksvoering bij een vermoeden van (seksuele) kindermishandeling. In deze workshop worden acteurs ingezet als trainingsmiddel voor het oefenen van gesprekken. Doordat de acteurs in de rol komen van een ouder of een leerling, kunnen de cursisten trainen in gespreksvoering door daadwerkelijk een gesprek aan te gaan met een ouder of een kind. Uiteraard wordt deze workshop afgesloten met een uitgebreide feedback naar aanleiding van wat op de spelvloer heeft plaatsgevonden.

Duur

De cursus bestaat uit vier bijeenkomsten van ongeveer 2,5 uur

Plaats en tijd

De plaats en tijd wordt in overleg met de aanvrager vastgesteld. De bijeenkomsten kunnen gehouden worden in zowel de ochtend-, middag- als avonduren.

Kosten

De cursus wordt naar de behoefte van de aanvrager op maat samengesteld. Naar aanleiding van een oriënterend gesprek worden de kosten via een offerte gegeven.


Themabijeekomst over kindermishandeling

Inleiding

Het Bureau Voorkóming Kindermishandeling baseert zich op de Conventie van de Rechten van het Kind (art. 19) en gaat ervan uit dat ieder kind recht heeft op bescherming tegen geweld en misbruik door opvoeders. Wil men kindermishandeling zien, dan moet men weten waar het aan te herkennen is. Daarom beschouwt het Bureau VKM het ontwikkelen en uitdragen van kennis en deskundigheid als één van de middelen om kindermishandeling tegen te gaan. Binnen het werk van het Bureau VKM neemt de voorlichting en training van groepen een belangrijke plaats in.

Doel

Basisinformatie geven over kindermishandeling. Tijdens de bijeenkomst wordt gewezen op mogelijke knelpunten binnen de opvoeding en op het bestaan van kindermishandeling. Als volwassenen (ouders/ verzorgers) hiervan op de hoogte zijn, kan dit de drempel om hulp te zoeken als zij in de narigheid komen of zitten verlagen. Het kan de angst voor justitiële gevolgen wegnemen, het gevoel van schande en schaamte verminderen en de weg wijzen naar hulpverlening.

Doelgroep

Voor alle groepen die zich willen oriënteren inzake kindermishandeling zoals; ouders/verzorgers, studenten, (huis)artsen, maatschappelijk werkenden, peuterspeelzaalleidsters, vrouwenorganisaties, (wijk)verpleegkundigen, leerkrachten in primair en voortgezet onderwijs en dergelijke.

Inhoud en werkwijze

De inhoud van de bijeenkomst wordt, in overleg met de aanvrager, afgestemd op de doelgroep. Aan de orde zou onder andere kunnen komen:

  • Wat is kindermishandeling?
  • Wat voor vormen van kindermishandeling bestaan er?
  • Welke signalen zenden kinderen uit als ze in een dergelijke situatie verkeren?
  • Hoe vaak komt kindermishandeling voor?
  • Hoe kunnen volwassenen zover komen dat ze mishandelen?
  • Naar welke instellingen kun je gaan als kindermishandeling in je omgeving voorkomt of als je een vermoeden van kindermishandeling hebt?

Tijdens de bijeenkomst kan gebruik gemaakt worden van videomateriaal en kan schriftelijk voorlichtingsmateriaal verstrekt worden. Uiteraard wordt er altijd tijd ingeruimd voor het stellen van vragen.

Duur

Afhankelijk van de vraag kan de bijeenkomst 1 tot 2,5 uur duren.

Plaats en tijd

De plaats en tijd wordt in overleg met de aanvrager vastgesteld. Een bijeenkomst is mogelijk in zowel de ochtend-, middag- als avonduren.

Kosten

De kosten verbonden aan deze bijeenkomst zijn afhankelijk van de vraag. Bij belangstelling wordt een offerte gemaakt.

 


Training voor deelnemers van buurtnetwerken jeugdhulpverlening 

Inleiding

Het Bureau Voorkóming Kindermishandeling van de GGD biedt, in samenwerking met Stichting ‘t Boschhuis, afdeling preventie, deelnemers van buurtnetwerken jeugdhulpverlening een training aan over kindermishandeling. Deze training is speciaal toegesneden op de verschillende disciplines die doorgaans in buurtnetwerken jeugdhulpverlening vertegenwoordigd zijn

Doel

De training heeft ten doel de deskundigheid van deelnemers aan buurtnetwerken jeugdhulpverlening te bevorderen als het gaat om het aangaan van contacten met ouders, naar aanleiding van een gesignaleerd vermoeden van verwaarlozing en mishandeling van kinderen. De nadruk van de training ligt niet zozeer op feitenkennis, maar op het aanreiken en vergroten van de mogelijkheden voor praktisch handelen.

Doelgroep

De training is bedoeld voor deelnemers aan buurtnetwerken jeugdhulpverlening. De voorkeur gaat er naar uit dat alle deelnemers aan een buurtnetwerk de training volgen. Meerdere netwerken kunnen tegelijkertijd de training volgen.

Inhoud en werkwijze

De cursisten worden met name getraind in het voeren van gesprekken met ouders. Deze training wordt uitgevoerd met behulp van trainers- acteurs. Voorafgaand aan de daadwerkelijke training in de tweede bijeenkomst, krijgen de deelnemers een introductie over waarden en normen ten aanzien van kindermishandeling. Ook wordt ingegaan op het signaleren van kindermishandeling. De cursisten zullen zelf veel oefeningen doen, om zich de stof eigen te maken. In de derde bijeenkomst wordt de cursisten inzicht geboden in de mogelijkheden van het inschakelen van andere instanties en in de aard van hun contacten met ouders. Ter afsluiting van de training wordt ingegaan op de anonimiteit en privacy en op het vragen van toestemming aan de ouders om een signaal in het buurtnetwerk te bespreken.

De werkvormen in de training zijn afwisselend. Er zijn korte inleidingen, maar de cursisten zullen vooral met praktische oefeningen in subgroepen aan het werk zijn. Gelegenheid tot discussie is bij de meeste onderdelen ingebouwd. Van de cursisten wordt tijdens de training een actieve inbreng verwacht. Zij bereiden zich voor op de bijeenkomsten door het lezen van stukken uit een reader en het maken van huiswerkopdrachten.

Duur

De training bestaat uit drie bijeenkomsten van één dagdeel, verspreid over drie aaneengesloten weken. De eerste en de derde bijeenkomst duren ongeveer drie uren; de tweede vier uren. Voor elke bijeenkomst zullen de cursisten huiswerk moeten verrichten.

Plaats en tijd

De plaats en tijd wordt in overleg met de aanvrager vastgesteld. De bijeenkomsten kunnen zowel in de ochtend-, middag-, als avonduren gehouden worden.

Kosten

De training wordt in overleg met het buurtnetwerk op maat samengesteld. Een offerte wordt op basis van de vraag en behoefte gemaakt.

 


Cursus over kindermishandeling 
voor leidsters van kindercentra (peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, na- of buitenschoolse opvang)

Inleiding

Kindermishandeling is vreselijk. En het mag dan ook niet zo zijn dat het ongemerkt en ongestoord kan plaatsvinden. Het is een gegeven dat steeds meer kinderen gedurende langere of kortere tijd in een of andere vorm van kinderopvang verblijven. Steeds vaker zullen leidsters dus in aanraking komen met kinderen die misschien mishandeld worden. Het kind vertelt niet rechtstreeks dat het verwaarloosd, mishandeld of misbruikt wordt. Jonge kinderen kennen die woorden niet eens. De betreffende volwassenen en het kind praten er niet over. In hun gedrag uiten kinderen de gevolgen van wat hen wordt aangedaan. Een goede verstaander moet voor die signalen open staan, ze kunnen interpreteren en weten wat men voor het kind en het gezin kan doen. Steeds meer leidsters zullen de behoefte voelen om over dit onderwerp geďnformeerd en geschoold te worden. Samenwerking en bijscholing is een goede basis voor de bestrijding van kindermishandeling.

Doel

Het doel van deze cursus is leidsters van peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, na- of buitenschoolse opvang te helpen bij het leren herkennen van signalen die op kindermishandeling wijzen en hen vervolgens handvatten te bieden bij wat ze kunnen en moeten doen. Om kindermishandeling te kunnen zien is het nodig dat mensen het ook willen en durven zien als iets dat in hun eigen omgeving kan plaatsvinden en waarover je met anderen kunt praten. Daarnaast is kennis nodig; kennis van de achtergronden en oorzaken van kindermishandeling, maar ook zelfkennis en kennis van specifieke vaardigheden.

Doelgroep

De cursus is bedoeld voor leidsters van kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, en van na-, of buitenschoolse opvang.

Inhoud en werkwijze

Het leren signaleren en het omgaan met vermoedens van kindermishandeling staan in de opzet van deze cursus centraal. Daarnaast kan, in de vervolgbijeenkomsten, aan de mogelijkheden voor preventie van kindermishandeling aandacht gegeven worden; preventie in de zin van bewustwording van de rechten van kinderen en het vergroten van weerbaarheid bij kinderen. Veel activiteiten die kinderen worden aangeboden, thuis en zeker in de kinderopvang, dragen immers kenmerken van versterking van sociale vaardigheden, waarop aangesloten kan worden.

In de cursus wordt gebruik gemaakt van diverse werkvormen zoals audiovisueel materiaal en diverse spelen, c.q. oefeningen. Aan de orde komen vragen als:

  • Wat is kindermishandeling?
  • Eigen waarden, normen en vooroordelen
  • Signalen van kindermishandeling
  • Dilemma’s en houding ten opzichte van de kinderen en de ouders
  • Stappenplan en sociale kaart van de hulpverlening
  • Preventie bij de kinderen

Een mogelijke toevoeging kan zijn een training in gespreksvoering met de ouders of verzorgers. Een dergelijke training wordt gegeven met behulp van trainers- acteurs.

Duur

De cursus bestaat uit zes bijeenkomsten en twee vervolgbijeenkomsten van ongeveer 2,5 uur.

Plaats en tijd

De plaats en tijd wordt in overleg met de aanvrager vastgesteld. De bijeenkomsten kunnen zowel in de ochtend-, middag-, als avonduren gehouden worden.

Kosten

De cursus wordt in overleg op maat samengesteld. Een offerte wordt op basis van de vraag en behoefte gemaakt.

 


Cursus over kindermishandeling "Zorg in de wijk"
voor wijkverpleegkundigen en werkers ouder- en kindzorg

Inleiding

Wijkverpleegkundigen en werkers in de ouder- en kindzorg hebben unieke mogelijkheden om kindermishandeling te signaleren en er iets aan te doen; Zij zien de gezinnen op het consultatiebureau maar ook thuis. Scholing, begeleiding en de steun van hun instelling zijn belangrijk voor wijkverpleegkundigen en werkers in ouder- kindzorg die met kindermishandeling te maken krijgen. Om aan deze behoefte tegemoet te komen heeft het Bureau Voorkóming Kindermishandeling van de GGD Flevoland een cursus ontwikkeld.

Doel

De cursus heeft de volgende doelen voor de cursisten:

  • De wijkverpleegkundige/ werker in de ouder- en kindzorg heeft kennis van de diverse vormen van kindermishandeling, zij kan deze herkennen bij het jonge kind en zijn ouders.
  • De wijkverpleegkundige/ werker in de ouder- kindzorg heeft kennis en inzicht in de rol die haar eigen waarden en normen kunnen spelen bij het signaleren en melden van kindermishandeling. Tevens is de wijkverpleegkundige/ werker in de ouder- kindzorg in staat een gesprek te voeren met vermoedelijk mishandelende ouders en heeft kennis van de verwijsmogelijkheden voor ouders en kind.
  • De wijkverpleegkundige/ werker in de ouder- kindzorg is in staat een eigen bijdrage te leveren aan het beleid ten aanzien van kindermishandeling binnen haar instelling.

Doelgroep

Werkers die al iets van het onderwerp kindermishandeling afweten. De cursusgroep kan bestaan uit wijkverpleegkundigen, werkers in ouder- en kindzorg of gezinsverzorgenden van één of meerdere instellingen.

Inhoud en werkwijze

Om de genoemde doelen te verwezenlijken, kent de cursus drie belangrijke aandachtsgebieden:

  • Signaleren door de cursist als persoon.
  • Gesprekstraining door de cursist als wijkverpleegkundige.
  • Meewerken aan beleid van de instelling door de cursist.

Bij signaleren kan gedacht worden aan gedrags- en uiterlijke kenmerken van ouder en kind die uitdrukken dat het niet goed gaat. Het interpreteren van signalen speelt een grote rol. Het is daarom van belang dat de cursist als persoon zijn of haar signaalgevoeligheid vergroot. Het bewust zijn van de eigen normen en waarden kan hier een rol in spelen.

Bij gesprekstraining spelen de interactie met de ouder en gesprekstechniek een rol. Het oefenen van gesprekken met de ouders is heel leerzaam, zeker als de werkelijke situatie wordt nagebootst door gesprekken met trainers/ acteurs.

Bij het instellingsbeleid spelen zaken een rol als grenzen van het beroep, samenwerking tussen wijkverpleegkundigen/ werkers in ouder- en kindzorg en consultatiebureauarts, afspraken rond wanneer en hoe medewerkers van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling in te zetten, afspraken over omgaan met kindermishandeling binnen het team en de aan/ afwezigheid van stappenplan/ protocol. Door met deze informatie aan de gang te gaan werkt de cursist mee aan het beleid van de instelling.

Middels informatieoverdracht, audiovisueel materiaal en diverse werkvormen worden de verschillende aandachtsgebieden belicht.

Duur

De cursus bestaat uit drie bijeenkomsten van 3 uren en één bijeenkomst van vier uren. Tijdens deze bijeenkomst wordt de gespreksvoering met ouders getraind door trainers/ acteurs. In overleg is de cursus ook in drie bijeenkomsten te geven, waarbij gespreksvaardigheden summier aan de orde komen.

Plaats en tijd

De plaats en tijd worden in overleg met de aanvrager vastgesteld. Een bijeenkomst is mogelijk in zowel de ochtend-, middag-, als avonduren.

Kosten

Na inventarisatie van de vraag en behoefte wordt de cursus op maat samengesteld. Naar aanleiding van een oriënterend gesprek wordt een offerte gemaakt.

 


Cursus 'verstandelijk gehandicapten en seksueel misbruik'
 voor scholen en instellingen die werken met verstandelijk gehandicapten

Inleiding

De laatste jaren is in zorginstellingen en bij belangenorganisaties het besef gegroeid dat kindermishandeling en misbruik ook de groep verstandelijk gehandicapten treft. Steeds duidelijker werd dat ongeacht de aard van de handicap of het niveau van functioneren iedere verstandelijk gehandicapte het slachtoffer kan worden van elke vorm van mishandeling. Het Bureau Voorkóming Kindermishandeling van de GGD biedt daarom scholen en instellingen een cursus aan over het bespreekbaar maken en preventie van seksueel misbruik bij verstandelijk gehandicapten.

Doel

Bewustwording van het effect van de eigen houding ten aanzien van seksualiteit op de wijze van omgaan met de verstandelijk gehandicapte. Kennis vergroten van oorzaken en gevolgen van seksueel misbruik met het doel dit om te zetten in praktische afspraken met betrekking tot het omgaan met seksualiteit/ seksueel misbruik in de werksituatie.

  • De deelnemers leren dilemma’s in het omgaan met seksualiteit en seksueel misbruik in de werksituatie te benoemen en te onderkennen.
  • De deelnemers worden zich bewust van het spanningsveld tussen eigen normen en waarden en de seksualiteit van de doelgroep.
  • De deelnemers oefenen met openheid rond seksualiteit en seksueel misbruik in relatie tot de werksituatie
  • De deelnemers zijn beter in staat om seksueel misbruik te signaleren
  • De deelnemers kunnen hun inzichten omzetten in een eigen stappenplan en leggen de basis voor een protocol.

Doelgroep

De cursus is bedoeld voor onder andere: leerkrachten/leerlingbegeleiders van scholen voor verstandelijk gehandicapten; besturen en directie van scholen en instellingen die werken met of opvang bieden aan verstandelijk gehandicapten.

Inhoud en werkwijze

Onderwerpen die in de cursus onder andere aan bod komen zijn:

  • Bespreekbaar maken van seksualiteit en seksueel misbruik
  • Eigen waarden en normen
  • Signalering van seksueel misbruik
  • Dilemma’s ten aanzien van signalering
  • Stappenplan
  • Aanzet tot protocolontwikkeling

In de cursus wordt gebruik gemaakt van diverse werkvormen onder andere videomateriaal en praktijkvoorbeelden.

Duur

De cursus bestaat uit drie ŕ vier bijeenkomsten van 2,5 uur.

Plaats en tijd

De plaats en tijd wordt in overleg met de aanvrager vastgesteld. De bijeenkomsten zijn mogelijk in zowel de avond-, middag-, als ochtenduren.

Kosten

De kosten verbonden aan deze cursus zijn afhankelijk van de vraag. In een oriënterend gesprek wordt de cursus op maat samengesteld Op basis hiervan wordt een offerte gemaakt.

 


Trainingen of workshops gespreksvoering c.q.gespreksvaardigheden

Inleiding

Het Bureau Voorkóming Kindermishandeling van de GGD heeft zich de laatste jaren steeds meer gespecialiseerd in het geven van workshops of trainingen in gespreksvoering. Tijdens deze trainingen of workshops wordt gewerkt met trainers/acteurs die elke thematiek of problematiek levensecht kunnen neerzetten. Er kan gekozen worden voor een gesprek met een volwassene , met een jongere of een gesprek met een jongere en een volwassene samen. Verschillende gespreksalternatieven kunnen zo in een veilige en op de werksoort toegesneden situatie uitgeprobeerd worden.

Doel

Het oefenen van gesprekken, het uitproberen van verschillende gespreksalternatieven. Enkele mogelijkheden zijn:

Hoe voer je een slechtnieuws gesprek? Hoe voer je een gesprek als het gaat om een emotioneel beladen onderwerp als kindermishandeling? Hoe praat je met ouders/ verzorgers en/of jongeren als er een vermoeden van mishandeling of misbruik bestaat? Hoe maak je contact met je gesprekspartner en houd je dit in stand? Hoe bied je je gesprekspartner voldoende veiligheid/ ondersteuning terwijl je tegelijkertijd een confrontatie aangaat? Hoe ga je om met heftige emoties, zoals bij voorbeeld agressie in een gesprek? Hoe ga je om met een gesprekspartner die helemaal ‘dichtklapt’? Hoe voer je een gesprek met een persoon met een andere culturele achtergrond? Waar liggen de persoonlijke en de beroepsmatige grenzen? Wat zijn specifieke valkuilen?

Doelgroep

Leerkrachten/ docenten, mentoren en leerlingbegeleiders uit primair, voortgezet, en speciaal onderwijs; multi- disciplinaire teams van gezondheidscentra, huisartsen, consultatiebureauartsen, verpleegkundigen in de ouder- kind zorg, wijkverpleegkundigen, werkers in de gezinsverzorging, jeugdartsen en - verpleegkundigen, doktersassistenten, artsen en verpleegkundigen werkzaam in het ziekenhuis; maatschappelijk werkenden, jeugdhulpverleners, kinder- of jongerenwerkers, werkers in tehuizen, in kinderdagopvang of peuterspeelzalen, basispolitiemensen of specialisten van de afdeling jeugd- en zedenzaken.

Inhoud en werkwijze

Uitgangspunt is dat er gewerkt wordt met casussen die toegesneden zijn op de werksituatie van de deelnemers. Deze casussen worden door de acteurs levensecht neergezet. Onder begeleiding van de trainers van Bureau VKM krijgen de deelnemers de mogelijkheid om vanuit hun professie te oefenen in het voeren van een gesprek. In een nagesprek worden de gesprekken uitvoerig besproken en geanalyseerd. De bedoeling van de gespreksvoerder wordt naast de beleving van de personage(s) gezet. Datgene wat er is gebeurd op de spelvloer wordt gebruikt als materiaal om van te leren. Dit leren betreft algemene gespreksvaardigheden. In samenspraak met de deelnemer(s) die gespeeld heeft (hebben) wordt gezocht naar een aantal persoonlijke aandachtspunten.

Duur

Afhankelijk van de vraag kan dit één of meerdere bijeenkomsten zijn.

Plaats en tijd

De plaats en tijd wordt in overleg met de aanvrager vastgesteld. Bijeenkomsten zijn mogelijk in zowel ochtend-, middag-, als avonduren.

Kosten

De kosten verbonden aan een workshop of training zijn afhankelijk van de vraag. Bij belangstelling wordt een offerte gemaakt.

Voor het opvragen van een voorbeeldprotocol kindermishandeling, kunt u mailen naar protocolkm@zonnet.nl of kijk op www.kindermishandeling.info

 

 

Terug naar cursussen voor oud