Handboek 12-19

Inhoudsopgave

Sociale Kaart
  Hoofdstuk 23 EHBO (vervolg)
 

23.8.5. Verrekking

Wat is het?
Onder verrekking verstaat men een meer dan normale uitrekking van spier- of bindweefsel/peesvezels. In hetzelfde proces kunnen ook bloed- en lymfeklieren mee worden opgerekt.Wat er precies gebeurt hangt af van de mate van overrekking en het type weefsels.
Spieren:

  • Doorgaans reageren spieren met kramp op een overrekking of onnatuurlijke beweging. Er ontstaat een pijnlijke reactie die vaak nog verergert omdat het slachtoffer een krampachtige houding aanneemt en zich niet of nauwelijks durft te bewegen.
  • Soms scheurt er een bloedvat in een spier. De interne zwelling kan flinke pijn (een zogeheten zweepslag) veroorzaken.

Vezels en banden:

  • Overrekking van pezen, gewrichtskapsels en -banden komt veel voor.
    De flinke pijn komt meestal van de meegerekte zenuwvezeltjes. De ergste pijn zakt snel, doch het gebied kan nog weken gevoelig blijven. Het gewricht valt nog goed te gebruiken. Peesverrekkingen geven soms op de aanhechtingsplaats irritatie (pijn, zwelling, soms ziet het rood), we spreken van surmenage of overbelasting. Er geldt een sportverbod van minimaal 3 weken.

Bloed- en lymfevaten:

  • Tijdens een overrekking kunnen vaatjes scheuren en kan vocht uittreden. Dat geeft pijn en zwelling. Vaak is er dan al min of meer sprake van een verstuiking, waarbij ook bandweefsels gescheurd zijn.

Hoe krijg je het?
Oorzaken zijn:

  • overstrekking;
  • onnatuurlijke beweging;
  • ongevalletjes, zoals een bal tegen de hand, de duim tegen het portier of de kofferdeksel, enz.

Wat kunt u als docent doen?
Stel het slachtoffer gerust en geef het een minuut of vijf rust. Ontspannen is veelal voldoende. Pas op met warmte omdat daardoor interne bloedingen kunnen verergeren. Het daadwerkelijk kapot scheuren van spieren komt eigenlijk alleen in extreme sport- en ongevalsituaties voor.
Meestal is het afdoende om enkele dagen rustig aan te doen en zorg te dragen voor pijnstilling. Niet geheel immobiliseren, is het advies dat hier geldt.

23.8.6. Verstuiking

Wat is het?
Wanneer een gewricht omzwikt, worden de gewrichtsbanden uitgerekt, deze kunnen zelfs scheuren, zonder dat er sprake is van een ontwrichting. Een dergelijk overrekken heet een verstuiking ofwel een verzwikking. De kenmerken zijn:

  • eerst pijn;
  • later zwelling en verkleuring;
  • bewegen is mogelijk, maar tevens pijnlijk.

Hoe krijg je het?
Door verdraaien of omzwikken van een gewricht (bijvoorbeeld bij verstappen).

Wat kunt u als docent doen?
Bewegen is pijnlijk maar mogelijk. Als u twijfelt tussen een botbreuk of een verstuiking, behandel het dan alsof het een botbreuk is.
De eerste hulp bij een verstuiking beperkt zich tot:

  • koelen met koud water of met koude omslagen gedurende 10 minuten;
  • het getroffen lichaamsdeel hoog leggen en rust geven;
  • eventueel door een geoefend EHBO'er een drukverband laten aanleggen m.b.v. vette of synthetische watten en een cambric zwachtel;
  • naar de huisarts gaan om te zien of er geen ernstige bandschade is of dat er mogelijkerwijs sprake is van breuk.

23.9. HIK

Wat is het?
Het is een soort ademhaling, waarbij het middenrif onwillekeurig heel heftig en krampachtig samentrekt. Daardoor slaan de stembanden tegen elkaar waardoor een hikkend geluid ontstaat. (Het middenrif is een spier die de borstholte van de buikholte scheidt).

Wat kunt u als docent doen?

  • Er is niet veel aan de hik te doen.
  • Hik verdwijnt wanneer de hoeveelheid koolzuur in het bloed toeneemt. Dat wil zeggen er moet even niet geademd worden door bijvoorbeeld een glaasje water in één keer leeg te drinken, in één ruk versjes op te zeggen of een theelepel suiker opgelost in water toe te dienen.
  • Als de hik langer dan 12 uur blijft bestaan moet de huisarts geraadpleegd worden

23.10. NEUSBLOEDING

Wat is het?
Een neusbloeding is bloedverlies door een wond in de neus.

Hoe krijg je het?
Je krijgt het door neuspeuteren, door verkoudheid, als er een vreemd voorwerp in de neus zit of door een klap op de neus.

Wat kunt u als docent doen?

  • Kijk na een harde klap of val of de neus recht staat. Doe niets als de neus scheef staat of van vorm is veranderd.
  • Is er niets te zien dan eerst een keer krachtig laten snuiten.
  • Houd het hoofd iets voorover.
  • Druk met duim en wijsvinger de neusvleugels dicht vlak onder het harde neusbeen, doe dit gedurende 5 à 10 minuten.
  • Blijft het bloeden of heeft het slachtoffer een bloedneus door een harde val of stomp, laat dan de huisarts even kijken of er niets gebroken is.
  • Als het slachtoffer bewusteloos is door een val en komt er bloed uit de neus, dan kan er sprake zijn van een schedelbasisfractuur. In dat geval moet u van de neus afblijven en 112 bellen.

NIET DOEN:
Stop geen watten in de neus. Dit bevordert infectie. Bovendien kan er opnieuw een bloeding optreden na het verwijderen van de watten.

23.11. ONDERKOELING

Wat is het?
Onderkoeling is een daling van de lichaamstemperatuur onder de 36 graden. Het slachtoffer:

  • voelt koud aan (niet alleen de handen of voeten, maar het hele lichaam is koud);
  • ziet bleek;
  • rilt of is suf en reageert minder alert dan anders.

Hoe krijg je het?
Onderkoeling komt voor bij een te koude of natte omgeving, als het slachtoffer te weinig kleren draagt, natte kleding aanheeft. Van onderkoeling kan ook sprake zijn na koorts. Onderkoeling kan bij sommige slachtoffers na inentingen voorkomen of als zij een infectieziekte hebben.

Wat kunt u als docent doen?

  • Doe de natte kleren uit en droog het slachtoffer af (vooral het hoofd).
  • Neem, indien mogelijk, de temperatuur op.
  • Als het slachtoffer niet suf is, geef het dan een warme douche (niet heet!) en pak het slachtoffer warm in, ook het hoofd (indien aanwezig in een aluminiumdeken of in folie).
  • Geef het iets warms te drinken.
  • Is het slachtoffer wel suf, geef het dan niets te drinken, pak het warm in en bel 112.

23.12. OOGLETSEL

De kans bestaat, dat na een oogverwonding het zicht verminderd blijft, of nog erger: dat het oog verloren gaat. Met oogverwondingen moet dan ook altijd met de grootste voorzichtigheid omgegaan worden. Oogverwondingen dienen dan ook altijd gezien te worden door een arts.

Hoe krijg je het?
Oogletsel komt voor door:

  • chemische middelen (zoals zuurspatten en schoonmaakmiddelen);
  • een slag op het oog;
  • vreemde voorwerpen als:
    o glas;
    o splinters;
    o plantenstokjes;
    o saté-stokjes;
    o kogeltjes van een luchtbuks.

Kenmerken
Kenmerkend zijn:

  • pijn;
  • tranende ogen;
  • roodheid;
  • bloeding;
  • zwelling;
  • extra gevoeligheid voor licht.

Wat kunt u als docent doen?
Vraag altijd:

  • Wat is er gebeurd?
  • Zie je nog iets?
  • Heb je een tik gevoeld? (Een splinter van metaal hoeft geen specifieke klachten op te leveren.)

Wat de oorzaak van de oogverwonding ook is, u dient altijd te voorkomen dat het slachtoffer in de ogen gaat wrijven. Door wrijven in het oog verergert het letsel. Daarnaast zijn er twee belangrijke handelingen die verricht moeten worden, dat zijn:

  • oogspoelen;
  • oogverbinden.
    Probeer voorwerpen die de oogbol zijn binnen gedrongen nooit te verwijderen. Al bij het geringste vermoeden van het feit dat er iets IN het oog is gekomen, doet u er verstandig aan om direct naar de huisarts te gaan.

Iets in het oog
Oogverwonding

23.12.1. Iets in het oog

Wat is het?
Een vuiltje in het oog veroorzaakt dikwijls een irriterend gevoel, tranen en onscherp zien.

Wat kunt u als docent doen?

  • Laat het slachtoffer nooit in de ogen wrijven, wel huilen.
  • Een andere mogelijkheid: het vuiltje met de punt van een schone zakdoek voorzichtig naar het dichtstbijzijnde ooghoekje schuiven en proberen het er uit te wippen.
  • Het slachtoffer kan proberen het bovenooglid met de duim en wijsvinger over het onderooglid te trekken. Dit moet het gedurende een halve minuut volhouden. Er verzamelt zich dan extra vocht achter het ooglid, waardoor het vuiltje wegspoelt.

Oogspoelen:
Dit dient alleen te gebeuren als er viezigheid in het oog is terecht gekomen. Bijvoorbeeld chemische vloeistoffen, zoals chloor, ammonia, verafbijtmiddel.

Handelingen bij oogspoelen:

  • vraag advies aan een arts of er met melk of met water gespoeld moet worden;
  • vul eerst een flinke bak met melk of leidingwater waar de koude net vanaf is (afhankelijk van het advies);
  • leg hier een (liefst onbreekbare) beker in;
  • plaats de bak met water op de grond;
  • houd het slachtoffer vast terwijl u zelf met opgetrokken of gestrekte benen op de grond gaat zitten;
  • leg het slachtoffer tussen de benen, zodanig dat het hoofd op de schoot rust;
  • de armen van het slachtoffer legt u vast in de knieholte of onder bovenbenen;
  • draai het hoofd van het slachtoffer nu zo dat het aangedane oog iets aan de onderkant ligt;
  • plaats één hand over het goede oog heen zodat u met de duim en wijsvinger van deze hand de oogleden van het aangedane oog kunt spreiden;
  • u kunt nu met de vrije hand en met behulp van de onbreekbare beker vloeistof uit de bak scheppen en het aangedane oog goed uitspoelen.

Op deze wijze wordt het wel een waterballet. Er is helaas geen andere manier om het oog goed uit te spoelen. U kunt het oogspoelen uitvoeren in de douche. Zo beperkt u in elk geval de schade in het lokaal.

23.12.2 Oogverwonding

Wat is het?
De oogbol (hoornvlies) kan beschadiging oplopen door scherpe voorwerpen, irriterende of etsende vloeistoffen (als chemicaliën en zepen) in het oog. Als reactie gaan de ogen tranen.

Wat kunt u als docent doen?

  • Laat het slachtoffer nooit in de ogen wrijven.
  • Ga zo snel mogelijk naar de huisarts of EHBO-post. Vervoer het slachtoffer hierbij zittend.
  • Bij bloedingen van de oogbol het slachtoffer eveneens zo snel mogelijk naar de EHBO-post of de huisarts brengen.
  • Probeer metaalsplinters in het oog nooit zelf te verwijderen.
  • Raadpleeg altijd de EHBO of een arts.
  • Bij etsende vloeistoffen dient u het oog eerst goed uit te spoelen met lauw water. Ga direct daarna naar de EHBO of oogarts.

Oogverbinden bij splinter:

  • Plaats op elk oog een plastic bekertje. Op het goede oog een bekertje met een gaatje.
  • Let er wel op dat uitstekende voorwerpen niet verder in het oog gedrukt kunnen worden.
  • Zet de bekertjes goed vast door middel van pleisters of door er een verband omheen aan te leggen.
  • Houd de handen van het slachtoffer goed in de gaten: het mag niet in het aangedane oog wrijven.

Oogverbinden bij geprikt zijn:

  • Als het slachtoffer geprikt is met bijvoorbeeld een schaar, potlood of glas: raak het oog dan niet aan. Breng een niet-drukkend steriel verband aan op de twee ogen om oogbewegingen te beperken.

TIP:
Tranende ogen, zonder enige aanleiding, kunnen wijzen op allergie (zie ook: Hooikoorts). Dit gaat meestal gepaard met niezen en een loopneus.

23.13. OORLETSEL

Wat is het?
Net als andere lichaamsdelen kan de oorschelp verwond raken. (Knip, snee, scheur, kneuzing).
Door het dragen van oorringen bestaat er kans op het doorscheuren van het oorlelletje.
Inwendig kan het trommelvlies scheuren.

Hoe krijg je het?
Door uitwendig geweld (val, klap, ontploffing)
Door het met kracht blijven haken achter een uitstekend voorwerp.

Wat kunt u als docent doen?

  • Verbind het als een open wond.
  • Komt er bloed uit de gehoorgang, waarschuw de opvoeders en raadpleeg dan de huisarts.

23.14. SPIERKRAMP

Wat is het?
Bij spierkramp spant de spier zich aan zonder dat dit nodig of gewenst is. Spierkramp gaat gepaard met pijn en de spier kan niet ontspannen worden.

Hoe krijg je het?

  • Door ongetraind te sporten.
  • Door te strak zittende sokken.
  • Door koude spieren.

Wat kunt u als docent doen?

  • Geruststellen. Het gaat altijd over.
  • De spier voorzichtig niet verend rekken.
  • Na het rekken de spier losschudden en zo nodig warm houden.

Pas op! In geval van een gemiste kneuzing of verstuiking geeft warmte juist verergering.

23.15. SPLINTER

Wat is het?
Een klein stukje glas, metaal, hout of doorntje in de huid.

Hoe krijg je het?
Een splinter komt in het lichaam door het beetpakken van, stappen in of vallen op ongeschaafd hout, kapot glas, doornstruiken en andere voorwerpen (denk bij grote, diepe splinters ook aan tetanus, niet alle leerlingen zijn gevaccineerd).

Wat kunt u als docent doen?

  • Pak met een pincet de splinter zo dicht mogelijk bij de huid en trek hem er in de lengterichting uit.
  • Doe wat betadinejodium op het wondje.
  • Als de splinter niet uit de huid steekt, druk dan voorzichtig en probeer hem er alsnog met de pincet uit te trekken.
  • Lukt het niet en zit de splinter vlak onder de huid, maak de huid dan boven de splinter open met een (met bethadine of sterilon) ontsmette naald en probeer hem nogmaals eruit te trekken.
  • Lukt het niet omdat de splinter te diep zit of te groot is, ga dan naar de huisarts.

23.16. VERBRANDING

Wat is het?
Om de diepte van brandwonden te kunnen beoordelen, heeft men brandwonden in 3 graden ingedeeld :
1e graad: de huid is rood en pijnlijk (minst diepe verbranding);
2e graad: kenmerken zijn: rood zien, pijnlijk zijn en blaren (diepere verbranding);
3e graad: kenmerken zijn: zwart zien (verkoold) of bleek (ge- kookt of geloogd), de plek is pijnloos (zeer diepe verbranding).

Hoe krijg je het?
Brandwonden krijg je door een heet voorwerp, hete vloeistof, bijtende stoffen, elektriciteit, vuur en zonnebrand.

Wat kunt u als docent doen?
Let op: Eerst komt water, de rest komt later!

Bij voorkeur koelen met lauw zachtstromend water (bijvoorbeeld uit douche of kraan). Doe dit tot de pijn gezakt is na ongeveer 10 minuten (houd brandwonden niet langer onder de douche in verband met de kans op onderkoeling).
Geen ijs gebruiken, daarmee is er kans op bevriezing van de huid. Kleren aanlaten. In het geval van verbranding door bijtende stoffen mag de kleding pas verwijderd worden na 15 minuten spoelen. Indien het kan, spoel dan met de waterstraal zover mogelijk verwijderd van het lichaam: de druk wordt dan kleiner.

Na het koelen:
1e graad: niets opdoen;
2e graad: steriel afdekken met een snelverband, eventueel over de kleren heen; nooit blaren doorprikken en nooit brandzalf op de wond doen wegens infectiegevaar;
3e graad: steriel afdekken.
Ga altijd naar de huisarts of EHBO-post als de blaren groter zijn dan een kwartje en doe hetzelfde bij 3e graads brandwonden.
Bij brandwonden in het gezicht kunnen ook de luchtwegen zijn aangetast. Gevaar voor verstikking dreigt en het slachtoffer moet zittend naar het ziekenhuis worden vervoerd.
Bij verbrandingen door elektriciteit of bijtende stoffen kan de verbranding dieper zijn dan zo op het oog lijkt. Daarom moeten deze slachtoffers ook altijd door een arts gezien worden.

23.17. VERDRINKING

Wat is het?
Bij verdrinking is water in de luchtwegen terechtgekomen. Er kan geen zuurstof meer worden ingeademd en het slachtoffer stikt. Ook als het slachtoffer bijna verdronken is, kan het na enige uren of zelfs na een dag nog dood gaan, omdat de longen zijn aangetast (dit heet een tweede verdrinking).

Hoe gebeurt het?
Vaak is het een combinatie van factoren:

  • de toegankelijkheid tot het water speelt een rol;
  • de hoeveelheid water in de buurt speelt mee;
  • toezicht speelt een rol;
  • de leeftijd van het slachtoffer is van belang;
  • de zwemvaardigheid van het slachtoffer is van belang.

Wat kunt u als docent doen?
Bij verdrinking handelt u als volgt:

  • kijk of het slachtoffer reageert (door praten en hard knijpen);
  • maak de ademweg vrij (hoofd opzij en mond schoonmaken);
  • controleer de ademhaling (leg de hand op de overgang borstbuik)
  • start met beademen als er geen ademhaling is;
    - controleer de hartslag na een minuut beademen (vingers naast de luchtpijp);
  • pas eventueel ook hartmassage toe;
  • zo snel mogelijk een ambulance laten waarschuwen (telefoonnummer: 112);
  • bescherm het slachtoffer tegen afkoeling;
  • blijf bij het slachtoffer.

Opmerkingen
Als het slachtoffer in koud water terecht is gekomen, heeft het een grotere overlevingskans. Door de kou heeft het lichaam minder zuurstof nodig. Er zijn gevallen bekend dat slachtoffers zelfs na een uur in het koude water gelegen te hebben overleefden zonder schade aan de hersenen. Begin daarom altijd te reanimeren.
Ook als het slachtoffer bijna verdronken is altijd een arts raadplegen, omdat er na een paar uur ademhalingsproblemen kunnen ontstaan.
Zie ook bij reanimatie.

23.18. VERGIFTIGING

Wat is het?
Vergiftiging is het binnenkrijgen van een zodanige hoeveelheid giftige stof, dat daarmee het lichaam schade wordt toegebracht. Vergif kan het lichaam op verschillende manieren binnenkomen: door inslikken, via de luchtwegen en via huid of ogen.
De giftige stoffen worden onderverdeeld in 3 groepen:

  • Bijtende stoffen, zoals vaatwasmachinemiddelen, gootsteenontstoppers, toiletreinigers, ammonia, bleekwater, soda en Dettol. Deze stoffen geven ernstige beschadigingen aan ogen, huid, mond, keel, slokdarm en maag.
  • Petroleumproducten, zoals (gekleurde) lampenolie en terpentine.
    Deze stoffen kunnen een ernstige longontsteking veroorzaken als een kleine hoeveelheid in de longen terechtkomt.
  • Niet bijtende stoffen, zoals tabak (een sigaret kan dodelijk zijn), medicijnen, vitaminen, planten en paddestoelen.
    Deze stoffen kunnen allerlei verschijnselen geven, bijvoorbeeld bewusteloosheid, ademhalingsstilstand of hartstilstand.

Wat kunt u als docent doen?

Bijtende stoffen:

  • als deze op de huid of in de ogen terecht zijn gekomen, spoel dan 15 minuten met stromend water; als het op de kleren terecht is gekomen, doe deze dan uit (doe zelf dikke rubberen werkhandschoenen aan);
  • als de stof is ingeslikt, laat het slachtoffer dan een half of heel glas water drinken (niet forceren, anders gaat het slachtoffer spugen);
  • bel de huisarts;
  • neem de verpakking mee naar het ziekenhuis.
    LAAT HET SLACHTOFFER NOOIT BRAKEN

Petroleumproducten:

  • raadpleeg de gifwijzer (die verkrijgbaar is bij drogist of apotheek);
  • bel de huisarts;
  • geef de verpakking mee.
  • LAAT HET SLACHTOFFER NOOIT BRAKEN als u binnen enkele uren in het ziekenhuis kunt zijn.

Niet bijtende stoffen:

  • raadpleeg de gifwijzer;
  • soms is laten braken toegestaan: laat het slachtoffer echter nooit braken als het al suf is (er is dan verstikkingsgevaar);
  • bel de huisarts;
  • geef de verpakking mee.

Wat kan de school doen?
Voorkomen is beter dan genezen dus:

  • zet giftige stoffen hoog weg achter slot en grendel;
  • schenk nooit iets over in een andere verpakking;
  • wanneer u het werken met giftige stoffen onderbreekt, berg deze dan op;
  • hang een gifwijzer op een goed zichtbare plaats;
  • handig om bij de hand te hebben, zijn: Norit, azijn, ammonia, koffiemelk, vloeibare paraffine (dat is bij de drogist verkrijgbaar). Gebruik deze stoffen alleen na het raadplegen van de gifwijzer;
  • houd belangrijke telefoonnummers bij de telefoon.

23.19. VERSLIKKING

Wat is het?
Door verslikken kan een voorwerp of etensrest in de luchtpijp blijven steken (berucht zijn nootjes, druiven, kralen, lollies). Het slachtoffer kan geen adem meer halen, zit met wijd open mond en ogen en kan niet praten. Als het voorwerp niet verwijderd wordt, loopt het slachtoffer blauw aan, verliest het zijn bewustzijn en stikt.

Hoe krijg je het?
De meeste gevallen van verslikking doen zich voor tijdens het eten of drinken. De oorzaak is meestal praten met de mond vol of het volproppen van de mond.

Wat kunt u als docent doen?

Bij oudere slachtoffers:

  • blijf rustig;
  • ga achter het slachtoffer staan;
  • sla uw armen om de borstkas van het slachtoffer onder de oksels en pak met een hand uw andere pols vast onder de buik van het slachtoffer zodat u zich stevig klemt om het slachtoffer;
  • trek beide handen met een ruk schuin omhoog in de buik (daarbij niet op de ribben drukken).

Als het slachtoffer ligt:

  • duw een aantal malen krachtig tussen de schouderbladen zodat de borst van het slachtoffer tegen de harde onderlaag wordt geduwd (niet slaan of kloppen);
  • wordt het slachtoffer slap (bewusteloos), duw dan nog een paar keer (door verslapping van de spieren raakt het voorwerp meestal los);
  • lukt het dan nog niet, probeer het voorwerp dan met de vingers achter uit de keel te halen;
  • lukt dit ook niet, ga dan beademen;
  • laat iemand de huisarts of ambulance bellen (telefoonnummer:112).

Wat kan de school doen?
Zorg dat er een geoefend EHBO'er aanwezig is.

23.20. WONDEN

Bloedingen
Bijtwond
Ingescheurde nagel
Insectenbeten
Schaafwond
Scheurwond
Snijwond

23.20.1.Bloedingen

Wat zijn het?
Bloedingen kunnen inwendig zijn of uitwendig. Bij inwendige bloedingen zie u niets aan de buitenkant, bij uitwendige bloedingen kan het bloed zelfs uit de wond spuiten.

Hoe krijg je het?
Bloedingen ontstaan door schoppen of door stompen in de buik, door scherpe voorwerpen, stoten, vallen of bijten.

Wat kunt u als docent doen?
Als het bloed gelijkmatig uit de wond stroomt:

  • het betreffende lichaamsdeel hoog houden en een snelverband aanleggen;
  • als er bloed doorheen komt, doe er dan vette- of synthetische watten omheen, zwachtel het geheel stevig in met een cambric zwachtel en zorg daarbij dat de watten ongeveer 2 cm aan weerskanten uitsteken (dit heet een wonddrukverband).

Als het bloed stootsgewijs uit de wond spuit (slagaderlijke bloeding):

  • laat bellen voor een ambulance (telefoonnummer 112).
  • laat het slachtoffer dan liggen;
  • houd het betreffende lichaamsdeel hoog;
  • druk de slagader tussen wond en hart dicht tegen het onderliggende bot of druk de wond zelf dicht;
  • laat door een ander een wonddrukverband aanleggen;
  • laat de slagader los als het bloeden gestopt is;

Inwendige bloeding: zie de paragraaf over shock.

Bij bloeding uit de vinger:

  • zorg dat ringen verwijderd worden;
  • druk de zijkanten van de vinger af door de handen in elkaar te vouwen (zoals u doet bij bidden).

Bij bloeding uit hand of onderarm:

  • druk met uw duim de slagader dicht aan de binnenkant van de bovenarm, net onder de biceps, tegen het bot.

Bij bloeding uit bovenarm of oksel:

  • druk met uw duim de slagader achter het sleutelbeen dicht aan de buitenkant van de schuine halsspier tegen de 1e rib.

Bij bloeding uit been:

  • druk met beide duimen op elkaar of druk met de vuist de slagader dicht in de lies, tegen het schaambeen.

Opmerkingen
Het afdrukken van slagaders vereist oefening. Het kan alleen geleerd worden op een EHBO-cursus.
U mag een lichaamsdeel niet afbinden (knevelen) omdat hierdoor stuwing kan optreden, waardoor het bloeden aanvankelijk zelfs toeneemt. Als het afbinden te lang duurt kan het lichaamsdeel bovendien afsterven.

23.20.2.Bijtwond

Wat is het?
Een bijtwond is een bloedende pijnlijke wond, veroorzaakt door een beet van een dier of mens.

Hoe krijg je het?
Sommige slachtoffers bijten letterlijk van zich af en kunnen daarbij anderen bijten. Ook komen regelmatig honden- of kattenbeten voor.

Wat kunt u als docent doen?

  • Als de wond te groot is voor een pleister of deze blijft bloeden, leg dan een snelverband aan en ga naar de huisarts.
  • In alle andere gevallen dient u de wond goed uit te spoelen met water en zeep (omdat de kans op infectie groot is).
  • Desinfecteer de wond en verbind deze.
  • Volwassenen en niet gevaccineerde slachtoffers dienen in een dergelijk geval altijd naar de huisarts te gaan voor een prik ter bescherming tegen tetanus.
  • Wees bij hondenbeten extra voorzichtig in verband met lelijke littekenvorming.
  • Mensenbeten zijn zeer gevaarlijk i.v.m. infectiegevaar. Ga met mensenbeten altijd naar een arts.

Wat kan de school doen?
Laat op school geen honden en katten toe. Informeer bij het slachtoffer of het gevaccineerd is.

23.20.3.Ingescheurde nagel

Een ingescheurde nagel kan heel pijnlijk zijn. De kans op ontsteking is daarbij ook vrij groot.

Wat kunt u als docent doen?

  • Wanneer de nagel maar een klein stukje is ingescheurd kunt u voorzichtig het loszittende stukje afknippen.
  • Ontsmet en verbind vervolgens het wondje.
  • Is de nagel diep afgescheurd, maak de wond dan schoon en verbind hem met een gaaspleister-verband.

23.20.4.Insectenbeten

Wat is het?
Er is bij een insectenbeet sprake van een rode of witte jeukende zwelling op de plaats van de beet.

Hoe krijg je het?
Je krijgt het door de beet van een insect (bijvoorbeeld van een mug, vlo, wesp, bij of hommel).

Wat kunt u als docent doen?

Steek van bij, wesp of hommel:

  • in mond, neus, oor of hals: direct de huisarts bellen (bij een steek in de mond het slachtoffer alvast ijs geven om zwelling tegen te gaan);
  • ook de huisarts bellen als het slachtoffer rood of benauwd wordt en/of het slachtoffer opzwelt in gezicht of hals;
  • haal de angel eruit met de nagels of een pincet (niet op de huid drukken, anders druk u het gifzakje leeg);
  • leg er een gaasje op dat gedrenkt is in azijn of bedek de wond met een washandje dat gevuld is met ijsblokjes (gedurende ongeveer 10 minuten) en smeer er vervolgens Azaroncreme op om te voorkomen dat het slachtoffer de wond openkrabt.

Steek van mug of vlo:

  • smeer er Azaroncreme op.

23.20.5.Schaafwond

Wat is het?
Een schaafwond is een oppervlakkige, niet erg bloedende wond die erg pijnlijk kan zijn.

Hoe krijg je het?
Door onder meer vallen en stoten ontstaan schaafwonden.

Wat kunt u als docent doen?
Omdat een schaafwond meestal sterk verontreinigd is en weinig bloedt, is de kans op infectie groot.
De eerste hulp bestaat daarom uit:

  • het schoonwassen van de vuile wond met water en zeep (goed spoelen om zeepresten te verwijderen);
  • de wond met een steriel gaasje droog deppen en desinfecteren;
  • alleen een pleister erop doen als de wond erg bloedt (metallinepleister kleeft niet aan de wond);
  • als de schaafwond te groot is voor een pleister, een steriel gaasje op de wond leggen, daarop een laagje witte watten en een hydrofiele zwachtel er omheen; u kunt ook een snelverband gebruiken of een metallinecompres in de juiste maat knippen, deze op de wond leggen (met de aluminiumkant op de wond) en die rondom vastzetten met kleefpleister.

Opmerking
Als de schaafwond op de knie of elleboog zit, houd de knie of de elleboog dan in halfgebogen stand tijdens het verbinden, zodat buigen en strekken mogelijk blijven.

23.20.6. Scheurwond

Wat is het?
Een scheurwond is een wond die veroorzaakt wordt door een ruw voorwerp of een harde klap of stoot. Opvallend zijn de onregelmatige, soms rafelige wondranden en de verschillende diepten van de wond. Het is bekend dat ze zeer langzaam kunnen genezen.

Wat kunt u als docent doen?

  • Spoel de wond goed uit met water en zeep en desinfecteer die omdat de kans op infectie zeer groot is.
  • Druk de wondspleet zonder veel kracht dicht tot de bloeding stopt.
  • Verbind zo dat de wondranden naar elkaar toe worden gedrukt, bijvoorbeeld met behulp van een zwaluwstaartje (uit de EHBO-trommel) of een pleister.
  • Als de wond te groot is voor een pleister, erg rafelig is of blijft bloeden, breng dan een snelverband (uit de EHBO-trommel) aan en ga naar de huisarts.
  • Als er bloed door het snelverband heen komt, een laag vette of synthetische watten om het snelverband heen aanbrengen en stevig inzwachtelen met een cambric zwachtel.
  • Houd het lichaamsdeel hoog, bijvoorbeeld met een mitella en ga naar de huisarts.

23.20.7. Snijwond

Wat is het?
Een snijwond is dieper dan een schaafwond en kan flink bloeden. Kleine steekwonden kunnen diep zijn en dus vaak bedrieglijk. Ze leveren dan gevaar op voor onderliggende weefsels.

Hoe krijg je het?
Je krijgt een snijwond door het snijden aan een mes, glas of aan andere scherpe voorwerpen.

Wat kunt u als docent doen?

  • Laat kleine snijwonden even door bloeden zodat het vuil eruit spoelt.
  • Spoel bijtwonden, spijker- en prikkeldraadverwondingen goed uit met water en zeep en desinfecteer ze: de kans op infectie is groot.
  • Druk de wondspleet zonder veel kracht dicht tot de bloeding stopt.
  • Verbind zo dat de wondranden naar elkaar toe worden gedrukt, bijvoorbeeld met behulp van een zwaluwstaartje (uit de EHBO-trommel) of met een pleister.
  • Is de wond te groot voor een pleister of blijft deze bloeden, breng dan een snelverband aan (uit de EHBO-trommel) en ga naar de huisarts.
  • Komt er bloed door het snelverband heen, breng dan een laag vette of synthetische watten aan om het snelverband heen en zwachtel het stevig in met een cambric zwachtel.
  • Houd het lichaamsdeel hoog, bijvoorbeeld met een mitella en bel de huisarts.

23.21. ZONNESTEEK/WARMTESTUWING

Wat is het?
Het is een te hoog opgelopen temperatuur, veroorzaakt door invloeden van buitenaf.

Kenmerken:

  • prikkelbaarheid, huilerig zijn;
  • onrustig zijn;
  • rood zien;
  • zweten.

Wat kunt u als docent doen?

  • Kleed het slachtoffer uit tot op het hemd en broek.
  • Spons het slachtoffer af met lauwwarm water (het water mag niet te koud zijn).
  • Leg een slachtoffer tijdens het afsponsen niet op de tocht, het kan dan te snel afkoelen.