5.5.10. Hersenvliesontsteking
veroorzaakt door bacteriën (anders dan meningokokken)
Wat is het?
Hersenvliesontsteking is een ziekte waarbij, zoals de naam al zegt, de
vliezen om de hersenen (en het ruggenmerg) worden aangetast. Allerlei
verschillende virussen en bacteriën kunnen hersenvliesontsteking
veroorzaken.
Hersenvliesontsteking veroorzaakt door bacteriën (anders dan meningokokken)
is vaak een complicatie van een luchtweginfectie.
De verschijnselen
van een bacteriële hersenvliesontsteking zijn:
- hoge koorts
- hoofdpijn
- misselijkheid
- lichtschuwheid
- sufheid
- nekstijfheid:
dit is een pijnlijke en stijve nek bij het vooroverbuigen van het hoofd.
Kenmerkend hierbij is dat de kin niet op de borst kan worden gebracht
Hoe krijg je het?
De bacteriën verspreiden zich door de lucht via hoesten.
Wat kan de school
doen?
Kinderen met hersenvliesontsteking zijn ernstig ziek. Neem als een kind
in de klas ziek wordt altijd contact op met de ouders en vraag om het
kind op te komen halen. Bij hersenvliesontsteking is het belangrijk dat
zo snel mogelijk wordt onderzocht om welke ziekteverwekker het gaat. (Zie
ook het gedeelte over hersenvliesontsteking veroorzaakt door meningokokken.)
- Zorg voor een
goede algemene hygiëne.
- Leer kinderen
hoest- en niesdiscipline aan.
- Zorg voor goede
ventilatie en lucht de ruimten regelmatig.
Melding bij de
GGD
Overleg met de GGD over het informeren van de overige leerlingen en hun
ouders. Een geval van hersenvliesontsteking brengt vaak veel onrust teweeg.
Wering
Wering is niet nodig.
Bacteriën die hersenvliesontsteking veroorzaken komen veel voor onder
de bevolking, ook als veroorzaker van luchtweginfecties. Contact met deze
bacteriën is niet te vermijden.
Opmerking
Inenting tegen Hib (= Haemophilus influenzae type B, een bepaalde bacterie
die onder andere hersenvliesontsteking kan veroorzaken bij jonge kinderen)
is opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma. Deze inenting beschermt
niet tegen andere vormen van hersenvliesontsteking.
5.5.11. Hersenvliesontsteking
veroorzaakt door virussen
Wat is het?
Hersenvliesontsteking is een ziekte waarbij, zoals de naam al zegt, de
vliezen om de hersenen (en het ruggenmerg) worden aangetast. Allerlei
verschillende virussen en bacteriën kunnen hersenvliesontsteking
veroorzaken.
Hersenvliesontsteking veroorzaakt door virussen verloopt over het algemeen
niet zo ernstig.
Het is een complicatie van een reeds bestaande virusinfectie zoals bijvoorbeeld
een luchtweg- of een darminfectie.
De verschijnselen van een virale hersenvliesontsteking zijn:
- koorts
- hoofdpijn
- spierpijn
- lichtschuwheid
- nekstijfheid:
dit is een pijnlijke en stijve nek bij het vooroverbuigen van het hoofd.
Kenmerkend hierbij is dat de kin kan niet op de borst kan worden gebracht
Hoe krijg je het?
De besmettingsweg is afhankelijk van het virus waar het om gaat. Veel
virussen worden overgedragen via hoesten en niezen, maar verspreiding
via de ontlasting en handen is ook mogelijk.
Wat kan de school doen?
Kinderen met hersenvliesontsteking zijn ernstig ziek. Neem als een kind
in de klas ziek wordt altijd contact op met de ouders en vraag om het
kind op te komen halen. In het geval van hersenvliesontsteking is het
belangrijk dat zo snel mogelijk wordt onderzocht om welke ziekteverwekker
het gaat. (Zie ook het gedeelte over hersenvliesontsteking veroorzaakt
door meningokokken.)
Zorg voor een goede algemene hygiëne.
Melding bij de
GGD
Overleg met de GGD over het informeren van de overige leerlingen en ouders.
Een geval van hersenvliesontsteking brengt vaak veel onrust teweeg.
Wering
Wering is niet nodig.
Bij een virale hersenvliesontsteking is het kind te ziek om naar het school
te komen.
5.5.12. Koortslip
Wat is het?
Een koortslip is een infectie met herpes simplex-virus. Als je eenmaal
met dit virus besmet bent, blijf je het levenslang bij je dragen. Dit
leidt tot regelmatig terugkerende klachten, met name in perioden met verminderde
weerstand, maar bijvoorbeeld ook onder invloed van zonlicht. Besmetting
met herpes simplex-virus kan bij hele jonge zuigelingen (jonger dan vier
weken) tot zeer ernstige en uitgebreide ziekte leiden waarbij onder andere
hersenweefselontsteking kan optreden.
De verschijnselen
van een koortslip zijn:
- Blaasjes die vocht
bevatten, rond de mond.
De blaasjes voelen branderig, pijnlijk en/of jeukend aan. Na enkele
dagen springen ze open, waarna zich een korstje vormt.
Hoe krijg je het?
Het vocht in de blaasjes is zeer besmettelijk. Besmetting vindt plaats
door aanraking van de blaasjes (krabben, kussen). De besmettelijkheid
is voorbij als zich een korstje heeft gevormd. De klachten duren ongeveer
een week, maar kunnen telkens weer terugkeren.
Wat kan de school
doen?
- Regelmatig de
handen wassen.
- Open plekjes aan
een koortslip, indien mogelijk, afdekken.
- Geen kopjes en
bestek delen
- Normaal sociaal contact levert geen problemen op.
Melding bij de
GGD
Een koortslip hoeft niet gemeld te worden bij de GGD.
Wering
Een kind met een koortslip hoeft niet van het school geweerd te worden.
Doordat het virus bij zeer veel mensen voorkomt en deze mensen ook steeds
opnieuw weer besmettelijk zijn, is infectie gedurende de jeugd in de praktijk
moeilijk te voorkomen.
5.5.13. Legionella
(Veteranenziekte)
Wat is het?
Legionella is de naam van een bacterie die een ernstige vorm van longontsteking
kan veroorzaken. De bacterie kan zich vermenigvuldigen in watersystemen
bij temperaturen tussen de 25 en 55°C. Een met Legionella besmet watersysteem
kan een grote epidemie veroorzaken zoals in 1999 het geval was bij de
Flora in Bovenkarspel. Het komt echter ook voor dat er bij routinecontroles
van watersystemen Legionella-bacteriën worden aangetroffen zonder
dat dit tot ziekte heeft geleid. Er zijn in Nederland tot nu toe geen
gevallen van Legionella gemeld bij gezonde kinderen.
De verschijnselen
zijn:
- in het begin lichte
koorts en zich niet lekker voelen
- na enkele dagen
hoge koorts, boven de 39°C, met koude rillingen
- hoesten
- hoofdpijn
- soms braken en
diarree
- vaak verwardheid
Legionella-longontsteking
moet met speciale antibiotica behandeld worden. Het is een ernstige ziekte
die dodelijk kan verlopen.
Hoe krijg je het?
Door het inademen van met Legionella besmet water dat verneveld wordt,
bijvoorbeeld in douches. De meeste mensen worden niet ziek na besmetting.
Als je wel ziek wordt, duurt het twee tot tien dagen tot er ziekteverschijnselen
optreden.
Van het drinken van met Legionella besmet water wordt je niet ziek.
Wat kan de school
doen?
- De brandslang
bij voorkeur alleen gebruiken bij brand.
- Als je de brandslang
toch voor andere doeleinden gebruikt eerst 10 minuten doorspoelen en
ondertussen goed ventileren.
Melding bij de
GGD
Een patiënt met een Legionella-infectie moet door de behandelend
arts gemeld worden bij de GGD. De GGD onderzoekt vervolgens waar de patiënt
besmet is geraakt en treft maatregelen om verdere besmettingen te voorkomen.
Wering
Wering is niet noodzakelijk.
De ziekte is niet van mens op mens overdraagbaar.
Opmerkingen
De eigenaar van het pand waarin het school gehuisvest is, is verplicht
om een risico-inventarisatie te (laten) maken van het watersysteem Legionella
te minimaliseren en beheersplan op te stellen om het risico op besmetting
met
5.5.14. Paratyfus
Wat is het?
Paratyfus is een ernstige vorm van diarree die veroorzaakt wordt door
de bacterie Salmonella paratyphi.
De verschijnselen van paratyfus zijn:
- diarree, soms
met bloed- of slijmbijmenging
- buikpijn
- koorts
- algemeen ziektegevoel
Hoe krijg je het?
Meestal door het eten van besmet voedsel.
De ontlasting van het zieke kind bevat echter ook bacteriën. Via
de handen en via voorwerpen kunnen deze op anderen worden overgedragen.
Wat kan de school
doen?
- Neem contact op
met de ouders bij ernstige diarree. Verwijs kinderen met bloed bij de
ontlasting naar de huisarts voor verdere diagnostiek.
- Zorg voor een
goede algemene hygiëne. Vooral de hygiëne rondom het verschonen
en de toiletgang, de voedselbereiding en het schoonmaakonderhoud zijn
belangrijk om een epidemie te voorkomen of te bestrijden.
- Desinfecteer alle
oppervlakken die met bloederige diarree in aanraking zijn geweest, zoals
bijvoorbeeld de toiletbril maar ook de trekker en kraan bij de wc.
- Let op diarreeklachten
bij andere kinderen. Indien er in een groep paratyfus is geconstateerd,
is het zinvol bij andere kinderen met diarree ook nader onderzoek te
laten doen. Overleg hierover met de GGD.
Melding bij de
GGD
Meld diarree bij de GGD als er sprake is van een epidemie. Dit is het
geval als meer dan eenderde deel van de groep binnen een week diarree
heeft.
Neem ook contact op met de GGD als er een kind is met bloederige diarree
of als de huisarts de diagnose paratyfus heeft gesteld.
Wering
Bij diarree met bloedbijmenging is wering noodzakelijk. Het zieke kind
moet in elk geval thuisblijven tot de diagnose gesteld is. Als er sprake
is van paratyfus moet de wering worden voortgezet tot de ontlasting geen
bacteriën meer bevat. Ook broertjes en zusjes van een kind met paratyfus
die diarree hebben (met of zonder bloedbijmenging) moeten thuisblijven.
Overleg altijd met de GGD over het weren en weer toelaten van kinderen
met paratyfus.
Opmerking
Er bestaan veel verschillende Salmonella-bacteriën. Alleen Salmonella
paratyphi kan paratyfus veroorzaken.
5.5.15. Ziekte van
Pfeiffer
Wat is het?
De ziekte van Pfeiffer is een infectieziekte die veroorzaakt wordt door
een virus.
Bij kleine kinderen verloopt de ziekte meestal onopgemerkt. Op de middelbare
schoolleeftijd en later kan de ziekte van Pfeiffer echter langdurige moeheid
veroorzaken.
De verschijnselen van de ziekte van Pfeiffer zijn:
- koorts
- keelpijn
- klierzwelling
in hals, liezen en oksels
- soms geelzucht
- moeheid
Hoe krijg je het?
Het speeksel van de patiënt is besmettelijk. De besmetting vindt
plaats door zoenen en knuffelen of door het gemeenschappelijk gebruik
van bekers en glazen.
Ook kinderen die de ziekte doormaken zonder dat hij verschijnselen hebben
zijn besmettelijk.
Wat kan de school
doen?
- Zorg voor een
goede algemene hygiëne, met name bij eten en drinken.
- Overdracht door
knuffelen is bij kleine kinderen vrijwel niet te vermijden.
Melding bij de
GGD
De ziekte van Pfeiffer hoeft niet gemeld te worden.
Wering
Wering is niet nodig.
5.5.16. Polio (kinderverlamming)
Wat is het?
Polio is een infectieziekte die veroorzaakt wordt door het poliovirus.
In de meeste gevallen veroorzaakt het virus alleen een griepachtig beeld
met maag- en darmklachten. Soms tast het virus echter ook het zenuwstelsel
aan, waardoor verlammingen optreden.
Inenting tegen polio is opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma (DKTP).
Mede daardoor komt de ziekte in Nederland niet vaak meer voor. Polio kan
echter grote epidemieën veroorzaken onder niet gevaccineerde kinderen.
De laatste Nederlandse polio-epidemie was in 1992/93.
De verschijnselen van polio zijn:
- in het begin griepachtige
verschijnselen met hoofdpijn en spierpijn
- misselijkheid
en diarree
- bij 1% van de
besmette kinderen treden verlammingsverschijnselen op van armen, benen
of ademhalingsspieren; deze verlammingen kunnen blijvend zijn
Hoe krijg je het?
Het virus verspreidt zich via kleine, in de lucht zwevende druppeltjes
afkomstig uit de mond en neus van het zieke kind. Ook zit het virus in
de ontlasting van het zieke kind. Besmetting kan dan ook plaatsvinden
via hoesten en niezen, via de handen, ontlasting en via besmet voedsel
of verontreinigd drinkwater. (Dit laatste vooral in onderontwikkelde landen
met een slechte hygiëne.) Het zieke kind is besmettelijk gedurende
enkele dagen vóór de eerste symptomen tot vier weken daarna.
Vaccinatie geeft een goede bescherming : gevaccineerde kinderen krijgen
geen polio.
Wat kan de school
doen?
- Zorg voor een
goede algemene hygiëne.
- Draag zorg voor
een goede toilethygiëne.
- Leer kinderen
hoest- en niesdiscipline aan.
- Zorg voor een
goede ventilatie en lucht de ruimten regelmatig.
Melding bij de
GGD
Polio moet door de behandelend arts onmiddellijk gemeld worden bij de
GGD.
De GGD overlegt met het school over het verdere beleid ten aanzien van
het informeren van de ouders en het aanbieden van vaccinatie aan ongevaccineerde
kinderen.
Wering
Overleg met de GGD of wering zinvol is. Bij een eerste geval van polio
kan het zinvol zijn om het zieke kind en zijn of haar broertjes en zusjes
tijdelijk te weren.
Ten tijde van een epidemie zijn er echter zeer veel kinderen waarbij de
verschijnselen beperkt blijven tot een griepachtig beeld en de diagnose
polio niet wordt gesteld. Deze kinderen kunnen dus ook niet geweerd worden
en hij verspreiden het virus verder. Het weren van de kinderen met verlammingsverschijnselen
(1% van de besmette kinderen) heeft dan weinig effect. Bovendien zijn
hij te ziek om naar school te komen.
5.5.17. Rodehond (Rubella)
Wat is het?
Rodehond is een infectieziekte die veroorzaakt wordt door een virus. Omdat
bijna alle kinderen gevaccineerd worden tegen rodehond komt de ziekte
vrijwel niet meer voor.
Rodehond is voor kinderen een onschuldige ziekte. De verschijnselen duren
enkele dagen en daarna is men er levenslang tegen beschermd. Bij zwangere
vrouwen die de ziekte niet eerder hebben gehad en die ook niet tegen rodehond
gevaccineerd zijn kan rodehond echter tot ernstige afwijkingen leiden
van het ongeboren kind. In de eerste maanden van de zwangerschap is het
risico daarop het grootst.
De verschijnselen
van rodehond zijn:
- lichte verkoudheid
- een rode uitslag
die begint in het gezicht en zich snel uitbreidt over de rest van het
lichaam. De vlekken lopen zo in elkaar over, dat het lijkt alsof het
kind een egaal rode kleur heeft
- opgezette klieren
in de nek
- het kind is vaak
nauwelijks ziek en heeft meestal geen koorts
Hoe krijg je het?
Het virus verspreidt zich door hoesten en niezen via kleine, in de lucht
zwevende vochtdruppeltjes.
De besmettelijkheid is het grootst van vijf dagen vóór tot
vijf dagen ná het verschijnen van de rode uitslag.
Wat kan de school
doen?
- Zorg voor een
goede algemene hygiëne.
- Zorg voor een
goede ventilatie en lucht de ruimte regelmatig.
Melding bij de
GGD
Maak een vriijwillige melding bij de GGD bij een geval van rodehond. Overleg
met de GGD over het te volgen beleid ten aanzien van wangeren op school.
Wering
Wering is niet noodzakelijk.
Wel moeten bij een bevestigd geval van rodehond zwangere moeders en leerkrachts
gewaarschuwd worden.
Opmerkingen
- Vaccinatie tegen
rodehond maakt deel uit van het Rijksvaccinatieprogramma, op dit moment
in de vorm van BMR. In Nederland is inenting tegen rodehond aangeboden
aan alle meisjes en vrouwen die na 1962 geboren zijn. Sinds 1987 worden
ook jongens gevaccineerd.
- Als je zwanger
wilt worden en niet meer weet of je vroeger rodehond hebt doorgemaakt
of bent gevaccineerd kan, door bloedonderzoek vastgesteld worden of
je beschermd bent tegen de ziekte.
5.5.18. Schimmelinfectie
van de huid (ringworm, tinea)
Wat is het?
Een schimmelinfectie is een onschuldige aandoening van de huid of van
het behaarde hoofd. In de volksmond wordt deze infectie ook wel ringworm
genoemd. De infectie wordt echter niet veroorzaakt door een worm maar
door verschillende soorten schimmels.
De verschijnselen
zijn:
- een schilferende
plek ter grootte van een dubbeltje of kwartje
- bij mensen met
een blanke huid is de plek roze met een donkerrode ring aan de buitenkant
- bij mensen met
een bruine huid is de plek lichtbruin met een donkerbruine ring eromheen
- bij een infectie
op het behaarde hoofd ontstaat een kale schilferende plek
Als de aandoening
niet behandeld wordt, wordt de plek steeds groter.
Hoe krijg je het?
De schimmels verspreiden zich van mens naar mens of van dier naar mens.
Dit gebeurt via direct contact met de besmette personen of dieren en via
besmette huidschilfers in de kleding of op de grond.
Na het starten van de behandeling neemt de besmettelijkheid snel af.
Wat kan de school
doen?
- Als je een schimmelinfectie
vermoedt, bespreek dit dan met de ouders. Vraag hen om de huisarts in
te schakelen voor diagnostiek en behandeling.
- Let er bij hoofdschimmel
in het bijzonder op dat de kinderen geen mutsen en petten uitwisselen.
- Let extra op verschijnselen
van schimmelinfecties bij de andere kinderen.
Melding bij de
GGD
Maak een vrijwillige melding bij de GGD als zich meer dan twee gevallen
voordoen binnen twee weken. Overleg dan met de GGD ook over het informeren
van de andere leerlingen en hun ouders.
Wering
Een kind met een schimmelinfectie hoeft niet geweerd te worden. De aandoening
is niet ernstig en goed te behandelen.
Opmerkingen
Omdat schimmelinfecties ook van dieren op mensen kunnen worden overgedragen
is het belangrijk om ook op verschijnselen bij huisdieren te letten. Dieren
die zich veel krabben of kale plekken hebben moeten naar de dierenarts
voor diagnostiek en eventueel behandeling.
5.5.19. Schurft (scabies)
Wat is het?
Schurft is een besmettelijke huidziekte die veroorzaakt wordt door de
schurftmijt. De mijt graaft kleine gangetjes in de huid en legt daarin
eitjes. De voorkeursplaatsen voor schurft bevinden zich tussen de vingers,
aan de binnenkant van de polsen, onder de oksels, rondom de navel, bij
de geslachtsdelen en aan de zijkant van de voetzolen. Schurft geneest
niet spontaan, het moet altijd behandeld worden. Na het doormaken van
schurft word je niet immuun, je kunt weer opnieuw besmet worden.
Verschijnselen van schurft:
- ongeveer twee
tot zes weken na besmetting treedt jeuk op, vooral 's avonds en 's nachts
- de plaats van
de jeuk hoeft niet overeen te komen met de plaats waar de mijt zich
bevindt
- ook na afdoende
behandeling kan de jeuk nog drie tot vier weken blijven bestaan
Hoe krijg je het?
De mijt wordt overgebracht door langer durend direct lichamelijk contact
(bijvoorbeeld langer dan 10 à 15 minuten hand-in-hand wandelen)
of via besmet beddengoed of besmette kleding. Bij afdoende behandeling
is de besmettelijkheid van een patiënt na 24 uur voorbij. Buiten
de mens overleven schurftmijten maximaal 72 uur.
Wat kan de school
doen?
- Let op jeukklachten
bij de andere leerlingen in de klas.
- Laat kleding wassen
op minstens 60 graden, indien deze in de voorafgaande week gebruikt
zijn. Kleding die niet gewassen kan worden 72 uur in een afgesloten
plastic zak doen, daarna zijn de mijten dood. Denk ook aan kleding van
schooltoneel, sportkleding etc.
Melding bij de
GGD
Een school is wettelijk verplicht schurft te melden als er drie mogelijke
of bewezen gevallen zijn.
Wering
Wering is niet noodzakelijk.
Wel moet een kind dat schurft heeft met speciale zalf behandeld worden.
Alle gezinscontacten (ouders, broers, zussen en eventuele andere inwonende
familieleden) moeten worden meebehandeld, ook als hij geen klachten hebben.
De behandeling moet bij alle gezinsleden gelijktijdig plaatsvinden.
Opmerkingen
Bij een epidemie van schurft verricht de GGD bron- en contactopsporing.
Indien nodig worden grote groepen besmette personen gelijktijdig behandeld.
5.5.20. Steenpuisten
Wat is het?
Een steenpuist is een huidinfectie die veroorzaakt wordt door een bacterie
(de stafylokok).
Er ontstaat een pijnlijke, rode en warme bult rond een haarwortel. In
enkele dagen wordt de bult groter en ontstaat er een onderhuidse ontsteking
met een zwarte punt. Er kan een behoorlijke hoeveelheid pus gevormd worden
die afvloeit als de puist opengaat.
Hoe krijg je het?
Veel mensen dragen de bacterie die steenpuisten kan veroorzaken bij zich
in de neus, zonder er last van te hebben. Je kunt met de bacterie besmet
raken als je in contact komt met druppeltjes uit de neus van deze dragers.
Ook kan besmetting optreden door direct of indirect contact met pus uit
een steenpuist. Als je weerstand vermindert kunnen bacteriën die
je tevoren zonder problemen bij je droeg alsnog een steenpuist veroorzaken.
Wat kan de school
doen?
- Zorg voor een
goede hygiëne, laat gebruik maken van papieren handdoeken en vloeibare
zeep
- Zorg voor een
goede wondhygiëne. De steenpuist dient goed afgedekt te zijn om
openstoten te voorkomen. Als de steenpuist open is, verbind die dan
met gaasjes en plak hem daar omheen volledig af. De gaasjes moeten regelmatig
verschoond worden. Gebruik handschoenen bij het verbinden. Een steenpuist
mag beslist niet uitgedrukt worden.
Melding bij de
GGD
Huidinfecties moeten gemeld worden als er binnen twee weken twee of meer
gevallen in een groep zijn.
Wering
Wering is niet noodzakelijk als de steenpuist wordt behandeld en afgedekt.
5.5.21. Tekenbeten
en de ziekte van Lyme.
Wat is het?
De ziekte van Lyme is een infectieziekte die wordt veroorzaakt door een
bacterie die wordt overgebracht door teken. De ziekte kan bij tijdige
ontdekking goed behandeld worden met antibiotica. Wanneer een teek binnen
24 uur verwijderd wordt, is de kans op ziekte zeer klein.
De verschijnselen
van de ziekte van Lyme zijn:
- In het eerste
stadium (enkele dagen tot enkele maanden na de tekenbeet), vormt zich
rond de tekenbeet een rode, ringvormige verkleuring van de huid, die
zich geleidelijk uitbreidt. Andere klachten die op kunnen treden zijn:
grieperigheid met hoofdpijn, keelpijn, lymfekliervergrotingen, koorts
en vermoeidheid.
- In het tweede
stadium (enkele weken tot enkele maanden na de tekenbeet) kan men last
krijgen van uitstralende pijn in arm of been, een scheefstaand gezicht,
dubbel zien, neiging tot flauwvallen en hartritmestoornissen.
- In het derde stadium
(maanden tot jaren na de tekenbeet) kan er beschadiging optreden van
de gewrichten, wat gepaard gaat met pijn en zwelling.
Soms geven het eerste en tweede stadium niet of nauwelijks klachten,
waardoor een arts niet aan deze ziekte denkt.
Hoe krijg je het?
De ziekte van Lyme wordt opgelopen door de beet van een besmette teek.
Een teek is een bruinzwart spinachtig beestje, ongeveer 3 mm groot. Teken
leven in bossen, in struiken en hoog gras waar ze wachten op passerende
mensen en dieren. Ze bijten zich vast in de huid van mensen of dieren
om bloed op te zuigen waar ze van leven. Niet iedere teek is besmet met
de bacterie die de ziekte van Lyme veroorzaakt. De ziekte kan niet van
mens op mens of van dier op mens overgedragen worden.
Wat kan de school
doen?
- Probeer bij een
natuurwandeling tekenbeten te voorkomen. Dat kan door dichte schoenen,
sokken, een lange broek en een shirt met lange mouwen te dragen. Ook
de nek moet beschermd worden bijvoorbeeld met een omgekeerde pet (klep
achter).
- Eventueel kan
een insectenwerend middel worden gebruikt. Let er dan op dat dit maximaal
30% DEET (= bepaalde werkzame stof) mag bevatten.
- Controleer na
een natuurbezoek of er teken in de kleding of op de huid zijn gekomen.
- Na een tekenbeet
de teek zo snel mogelijk verwijderen
- Daarvoor kan het
best een 'tekenpincet' gebruikt worden. Pak de teek zo dicht mogelijk
bij de huid vast en haal hem er voorzichtig uit. Probeer te voorkomen
dat het lijf van de teek wordt leeggedrukt of dat de kop in de huid
achterblijft. Desinfecteer het wondje met alcohol 70%.
- Noteer de datum
van de tekenbeet.
- Licht de ouders
in zodat hij alert zijn op eventuele ziekteverschijnselen en dan naar
de huisarts kunnen gaan.
Melding bij de
GGD
Tekenbeten hoeven niet gemeld te worden.
Wering
Niet nodig, de ziekte is niet van mens op mens overdraagbaar.
5.5.22. Tetanus
Wat is het?
Tetanus is een ernstige ziekte die wordt veroorzaakt door een bacterie
die voorkomt in de bovenste lagen van de grond, in straatvuil en in menselijke
en dierlijke uitwerpselen. De bacterie kan via een wond in het lichaam
komen. Door vaccinatie komt tetanus in Nederland vrijwel niet meer voor.
De verschijnselen
van tetanus zijn:
- in het begin vage
klachten zoals hoofdpijn, rusteloosheid en prikkelbaarheid
- vervolgens kan
er stijfheid optreden van met name de kaak- en halsspieren. Deze stijfheid
kan ook optreden bij de plek van de verwonding
- De ziekte kan
zeer ernstig verlopen
Hoe krijg je het?
De bacterie kan via een diepe wond, waar geen zuurstof bij kan, het lichaam
binnendringen.
Tetanus is niet besmettelijk van mens op mens.
Wat kan de school
doen?
- Indien er kinderen
in de groep zijn die vanwege de levensovertuiging van de ouders niet
gevaccineerd zijn, is het goed om te weten of ouders toediening van
antistoffen en tetanusvaccinatie na verwonding wel toestaan.
- Laat een kind
dat een grote of vuile wond heeft opgelopen naar de huisarts of de EHBO
brengen. Bij voorkeur door de ouders, doch dit zal in de praktijk niet
altijd mogelijk zijn.
Informeer de ouders over het ongeval en de behandeling.
Melding bij de
GGD
Niet nodig.
De kans dat een school met een tetanuspatiënt te maken krijgt is
minimaal.
Wering
Niet van toepassing omdat tetanus niet van mens op mens overdraagbaar
is.
Een kind met tetanus is bovendien ernstig ziek en zeker niet in staat
om een school te bezoeken.
Opmerkingen
- Vaccinatie DKTP
en DTP maakt deel uit van het Rijksvaccinatieprogramma.
- Na het oplopen
van een wond kan aan ongevaccineerde personen een injectie met antistoffen
tegen tetanus worden toegediend. Deze antistoffen maken de tetanusbacteriën
onschadelijk. Bij wel gevaccineerde personen kunnen een of meer extra
tetanusvaccinaties nodig zijn.
5.5.23. Tuberculose
(TBC)
Wat is het?
Tuberculose (TBC) is een infectieziekte veroorzaakt door de tuberkelbacterie.
De meest bekende vorm van de ziekte is longtuberculose, maar tuberculose
kan ook in andere organen voorkomen bijvoorbeeld in halsklieren. Een tuberculosepatiënt
is niet altijd besmettelijk voor andere mensen. Open tuberculose, waarbij
de bacterie gemakkelijk uit de longen uitgehoest wordt, is wel besmettelijk.
Gesloten tuberculose, waarbij de bacterie in het lichaam van de patiënt
gevangen zit, is niet besmettelijk.
De verschijnselen van tuberculose zijn:
- langdurige hoest
- af en toe koorts
- slechte eetlust
- achterblijvende
groei
- hangerig en moe
zijn.
Tuberculose wordt
behandeld met een langdurige kuur van verschillende medicijnen.
Zonder behandeling kan de ziekte zich in diverse organen verspreiden.
Hoe krijg je het?
De tuberkelbacterie verspreidt zich via kleine in de lucht zwevende vochtdruppeltjes
afkomstig uit de longen van de patiënt. Na besmetting wordt slechts
10 tot 15% van de mensen ziek. Meestal verloopt de infectie zonder ziekteverschijnselen.
De tuberkelbacteriën vestigen zich dan echter wel in allerlei organen
en kunnen jaren later, bij verminderde weerstand, alsnog de ziekte veroorzaken
Wat kan de school
doen?
- Leer kinderen
hoest- en niesdiscipline aan.
- Zorg voor een
goede ventilatie en lucht de ruimte regelmatig.
Melding bij de
GGD
Het voorkomen van tuberculose op een school veroorzaakt meestal veel onrust.
Overleg daarom bij een geval van tuberculose met de GGD-afdeling tuberculosebestrijding
over het verdere beleid. Het is belangrijk om de ouders van de overige
kinderen duidelijk te informeren over de ziekte zelf en de eventueel noodzakelijke
onderzoeken voor de bron- en contactopsporing.
Wering
Een kind met open tuberculose moet geweerd worden zolang het besmettelijk
is, dit is meestal tot drie weken na de start van de behandeling maar
soms langer. Overleg altijd met de GGD.
Een kind met gesloten tuberculose is niet besmettelijk voor anderen en
mag als het zich goed voelt gewoon naar het school komen.
Opmerkingen
- Vaccinatie tegen
tuberculose (de zogenaamde BCG-inenting) beschermt alleen tegen ernstige
complicaties van de ziekte. In Nederland is de inenting niet opgenomen
in het Rijksvaccinatieprogramma. Alleen kinderen van wie een van de
ouders uit een land komt waar veel tuberculose voorkomt worden gevaccineerd
vanwege het risico op besmetting bij familiebezoek.
- Door een prikje
(mantouxtest) of een röntgenfoto kan gecontroleerd worden of iemand
al dan niet met tuberkelbacteriën is besmet.
5.5.24. Verkoudheid
Wat is het?
Een verkoudheid is een infectie van de bovenste luchtwegen, veroorzaakt
door een virus.
Er zijn vele soorten virussen die verkoudheid kunnen veroorzaken.
De verschijnselen
van verkoudheid zijn:
- niezen
- hoesten
- waterige afscheiding
uit de neus
- soms keelpijn
- hoofdpijn
- soms koorts
Meestal duren de klachten
niet langer dan een week.
Als complicaties van verkoudheid kunnen optreden: oorontsteking, oogontsteking,
ontsteking van de bijholten, ontstoken amandelen, bronchitis, en longontsteking.
Hoe krijg je het?
Het virus verspreidt zich via kleine, in de lucht zwevende vochtdruppeltjes
afkomstig uit de neus- en keelholte van het zieke kind (niezen, hoesten),
maar ook besmetting via hand-mondcontact is mogelijk.
Het is een misvatting dat een verkoudheid ontstaat door het buitenlopen
zonder jas of door een nat pak in een regenbui. Wel kan daardoor de weerstand
verminderen waardoor het virus de kans krijgt om toe te slaan.
Wat kan de school
doen?
- Leer kinderen
hoest- en niesdiscipline aan.
- Zorg voor goede
ventilatie en het regelmatig luchten van de verblijfsruimten.
Melding bij de
GGD
Verkoudheid hoeft niet gemeld te worden.
Wering
Niet nodig.
Verkoudheid is een onschuldige aandoening die niet te vermijden is.
5.5.25. Voetschimmel
(zwemmerseczeem)
Wat is het?
Een voetschimmelinfectie wordt veroorzaakt door enkele specifieke schimmelsoorten,
die zich bij voorkeur ontwikkelen tussen de tenen en vingers, maar soms
ook op nagels, oksels en huidplooien kunnen voorkomen. Een door vocht
verweekte huid vormt een goede voedingsbodem voor de schimmels.
De verschijnselen
zijn:
- roodheid en schilfering
van de huid
- later wordt de
huid week: gezwollen, wit en nat
- er kunnen pijnlijke
kloofjes ontstaan
- het gaat gepaard
met jeuk
Hoe krijg je het?
In elke vochtige en warme omgeving waar je op blote voeten loopt, bestaat
de kans op het oplopen van voetschimmel. Je wordt besmet door contact
met schimmelwoekeringen in spleten, poriën en oneffenheden van bijvoorbeeld
vloeren in zwembaden of gymzalen. Het zwemwater speelt daarbij geen rol.
Wat kan de school
doen?
Laat de leerlingen sportschoenen dragen in de gymzaal.
Melding bij de
GGD
Het voorkomen van voetschimmel hoeft niet gemeld te worden.
Wering
Wering is niet nodig omdat het geen ernstige aandoening is.
Opmerking
Hardnekkige schimmelinfectie kan worden behandeld door de huisarts.
5.5.26. Wratten (gewone
wratten)
Wat zijn het?
Wratten worden veroorzaakt door verschillende virussen.
Gewone wratten zijn vast aanvoelende vleeskleurige of bruine bobbeltjes
met een ruw oppervlak. Meestal komen ze voor op de handrug en vingers
en zijn ze niet pijnlijk.
Ook kunnen wratten voorkomen onder de voetzool. Daar geven ze wel veel
hinder. Door het lichaamsgewicht worden deze voetwratten in de voet gedrukt
en dat kan erg pijnlijk zijn.
Wratten verdwijnen vaak weer vanzelf, na maanden tot jaren. Als ze erg
hinderlijk zijn, kan de huisarts ze eventueel verwijderen. Dit lukt echter
niet altijd.
Hoe krijg je het?
Het virus dat de wratten veroorzaakt wordt overgedragen door direct contact.
Mogelijk spelen ook besmette vloeren en andere materialen een rol. Na
besmetting duurt het weken tot maanden voor er wratten ontstaan. Niet
iedereen is even gevoelig voor het ontwikkelen van wratten. Het is niet
bekend hoe het komt dat de ene persoon gemakkelijker wratten ontwikkelt
dan de andere.
Wat kan de school
doen?
Wratten zijn niet echt te voorkomen. De kans op het krijgen kan wel worden
verkleind door:
- Niet aan wratten
krabben.
- Het afleren van
duimzuigen en nagelbijten.
- De voeten goed
afdrogen na het douchen.
Melding bij de
GGD
Het voorkomen van wratten hoeft niet gemeld te worden.
Wering
Een kind met wratten hoeft niet geweerd te worden.
De aandoening is niet ernstig en gaat vaak vanzelf weer over.
5.6. VEEL GESTELDE VRAGEN AAN DE GGD
5.6.1. Algemeen
Moeten zieke kinderen
naar huis worden gestuurd?
Dit moet per geval worden beoordeeld door de groepsleiding. Als een kind
zich echt niet lekker voelt en niet mee kan doen in de groep is het voor
het kind meestal prettiger om thuis te zijn. Een andere reden om een ziek
kind te laten ophalen is als het meer verzorging of aandacht nodig heeft
dan de groepsleiding kan bieden.Tot slot kan de bescherming van de gezondheid
van de andere kinderen een reden zijn om een kind te weren, maar dit is
slechts bij enkele ziekten het geval. In deze map staat per ziekte vermeld
of wering ter bescherming van de gezondheid van de andere kinderen noodzakelijk
is.
Is een kind dat
niet gevaccineerd is een gevaar voor zijn omgeving?
De meeste ziekten waartegen in Nederland gevaccineerd wordt komen niet
vaak meer voor. Bovendien zijn de andere kinderen in de groep, die wel
gevaccineerd zijn, tegen deze ziekten beschermd. Hij lopen dus geen gevaar.
Het is wel belangrijk om van elk kind te weten welke vaccinaties het heeft
gehad. Als er zich dan toch een geval van een ziekte als mazelen of polio
zou voordoen, kunnen er maatregelen worden genomen om de ongevaccineerde
kinderen extra te beschermen bijvoorbeeld door hen alsnog te vaccineren
of door hen tijdelijk thuis te houden.
5.6.2. Overige vragen
Wat doe ik als
een kind een ander kind heeft gebeten?
De wond schoonmaken, desinfecteren met betadine-jodium en verbinden. In
het geval er tot bloedens toe is doorgebeten, contact opnemen met de GGD
om te overleggen over het risico op hepatitis B.
Wat doe ik als
een kind zich prikt aan een gevonden injectienaald?
De wond schoonmaken, desinfecteren met betadinejodium en vervolgens de
GGD bellen om te overleggen over het risico op overdracht van hepatitis
B en andere via bloed overdraagbare infectieziekten.
|