Kinderhandboek 0-4- jaar

TANDZORG

Doorbrekende tanden en kiezen
Cariës
Voor het eerst naar de tandarts
Fluoride-gebruik
Beschadigingen van het melkgebit
Snoepen en traktaties
Tandenpoetsen
Duim-, vinger- en speenzuigen
Voorlichting over tandzorg

DOORBREKENDE TANDEN EN KIEZEN

Wat is het

Bij een pasgeboren kind zijn de 20 melktanden en ‑kiezen al aanwezig, ook al zie je ze nog niet. Ze zitten verborgen onder het tandvlees. Ongeveer in de 6e maand begint het doorbreken van de melktanden en ‑kiezen in de mondholte en wel in deze volgorde:

       maanden      eerste snijtanden onder

       maanden      eerste snijtanden boven

12      maanden      tweede snijtanden boven en onder

16      maanden      eerste melkkiezen boven en onder

20      maanden      hoektanden

24-30 maanden       tweede melkkiezen.

 


 


 

Doorbreektijden zijn gemiddelden. Men hoeft zich niet ongerust te maken als het "tandjes krijgen" niet precies volgens schema verloopt.


Hoe krijgt een kind het

Vaak zijn kinderen een beetje hangerig als hun tanden doorkomen. Ze stoppen graag kleine/harde voorwerpen in hun mond (gevaar voor inslikken!) en ze kwijlen veel. Ook kan het tandvlees rood en gezwollen zijn. Sommige baby's hebben koorts, dunne ontlasting of rode billen.

 

Wat kun je als leidster doen

  • Geef een bijtring of ander stevig voorwerp waarop het kind kan bijten; dit verlicht de pijn.

  •  Vanaf ongeveer acht maanden kun je het kind op een broodkorst laten kauwen; dit is meteen een verantwoord tussendoortje.

  • Dentinox (pijnstillend middel) kan verlichting geven bij het doorkomen van tandjes. Dit middel bevat sacharine (een kunstmatige zoetstof) dat onschadelijk is voor het gebit. Andere middelen die bij de apotheek verkrijgbaar zijn:  chamodent, een homeopathisch middel en mixtura lidocaini hydro chloridi 2%.

  • Veel klachten worden vaak ten onrechte aan doorbraak van tanden geweten; is de tand of kies er                 na een paar dagen nog niet, adviseer de ouders dan contact op te nemen met huisarts,                  wijkverpleegkundige of consultatiebureau-arts.

Terug


CARIES

Wat is het

Cariës is hetzelfde als tandbederf. Tandbederf is een aantasting van eerst het glazuur en daarna ‑ als er niets aan gebeurt ‑ aantasting van het tandbeen. In deze laatste fase kan kiespijn optreden. Tandbederf kan helaas niet genezen. De tandarts kan tandbederf wel stoppen  door middel van een "restauratie", meestal is dat een vulling.

Tandbederf ontstaat door tandplak, een kleverig laagje dat op tanden en kiezen zit. Tandplak  bestaat hoofdzakelijk uit bacteriën. Die maken uit suiker een zuur (zogenaamde zuurstoot) waarin het glazuur oplost.

Hoe krijgt een kind het

Het proces van cariës wordt versneld door veelvuldig iets te eten of te drinken waar suiker in zit en onvoldoende mondreiniging. Het doel van het tandenpoetsen is de verwijdering van tandplak. Helaas zijn tanden en kiezen het meest gevoelig voor tandbederf op plaatsen waar ze lastig te reinigen zijn: op plaatsen waar ze dicht tegen elkaar staan, in de groeven van de kiezen en langs het tandvlees. Des te beter het gebit wordt schoongemaakt des te kleiner is de kans op tandbederf. Helaas blijkt het moeilijk om altijd alle tandplak te verwijderen. Of er werkelijk tandbederf ontstaat zal ook bepaald worden door het aantal keer dat er iets wordt gegeten of gedronken waar suiker in zit.

Bij kleuters komt nog regelmatig "zuigflescariës" voor. Zuigflescariës is het eerst te zien aan de boventanden. De oorzaak hiervan ligt in het langdurig gebruik van de zuigfles gevuld met zoete vloeistoffen. Vooral als het flesje mee wordt gegeven naar bed kan dit erg schadelijk zijn, tenzij er alleen water in zit. Aan bijvoorbeeld appelsap is door de fabrikant geen suiker toegevoegd maar hier zit al van nature vruchtensuiker in. Zelfs het meegeven 's nachts van een flesje met melk is af te raden omdat de lactose (= melksuiker) in de melk schade kan veroorzaken.

Wat kun je als leidster doen

- Ouders adviseren de kinderen geen flesjes mee naar bed te geven met daarin roosvicee, appelsap, drinkyoghurt, melk of iets dergelijks. De hele nacht werkt de suiker uit deze dranken in op het melkgebit.
- Bij het constateren van tandbederf kun je de ouders van het kind adviseren naar een tandarts te gaan. 
- Ouders informeren over "verantwoorde" traktaties, suggesties hiervoor geven.
-  Het liefst de verjaardagtraktaties op hetzelfde moment laten plaatsvinden als het eten en drinken   in verband met het beperken van de eetmomenten per dag. 
- In overleg met de ouders kan er eventueel een huisregel ingevoerd worden over het tandenpoetsen  na de lunch; een tandenborstel met de naam van het kind erop kan door de ouders worden          meegenomen.
- Rond de leeftijd van 9 maanden is het gewenst de zuigfles af te wennen, het leren drinken uit een (tuit)beker kan dan beginnen.
- Beperk het gebruik van suikerrijke voedingsmiddelen en dranken.

Terug


VOOR HET EERST NAAR DE TANDARTS

Vanaf twee jaar kan een kind al met ouders of verzorgers meegaan naar de tandarts. Het kind maakt zo kennis met de omgeving waarin de tandarts werkt en met wat  hij/zij doet. Meestal hoeft de tandarts alleen even in de mond te kijken. Er kan meteen voorlich­ting aan de ouders gegeven worden over het tandenpoetsen, fluoride-gebruik, peutertandpasta, voeding en het doorbreken van tanden en kiezen. Vragen van ouders/verzorgers kunnen dan ook beantwoord worden.

Wat kun je als leidster doen

  • als een kind van 2, 3 of 4 jaar bij de tandarts is geweest, kan er in de groep over gepraat worden (vragen hierover stellen en het kind hierop laten antwoorden).

  • uitleg geven over wat de tandarts doet en praten over bijvoorbeeld de stoel, het spiegeltje enz.

  • de naam van de (huis)tandarts vermelden bij de algemene gegevens van het kind in verband met eventuele ongelukken met het gebit.

Aanvullende informatie

Het peuterpoetspakket en folders over mondverzorging zijn te bestellen bij het NIGZ, de Bleek 13 in Woerden, telefoonnummer 0348 - 437600.

Terug


FLUORIDE-GEBRUIK

Wat is het

 Fluoride is een stof die overal in de natuur voorkomt: in vaste vorm in de grond en opgelost in rivieren, bronwater en in de zee. Daarom zit er in ons eten en drinken bijna altijd wat fluoride. Dit is helaas onvoldoende om tandbederf te voorkomen. Daarom is extra fluoride nodig.

Dit kan met tandpasta, fluoride-spoelvloeistoffen, tabletjes en door een fluoridebehandeling bij de tandarts. Vooral de tandpasta is de voornaamste bron voor fluoride. Tegenwoordig bevatten bijna alle tandpasta’s fluoride. Door het poetsen worden tanden en kiezen niet alleen schoner, maar ook sterker en beter bestand tegen gaatjes.

Voor kinderen tot vijf jaar is er een speciale peutertandpasta die minder fluoride bevat dan de tandpasta’s voor volwassenen. Door deze lagere dosering fluoride bestaat er geen gevaar dat kinderen teveel fluoride binnen krijgen als er tandpasta wordt doorgeslikt.

Fluoride basis-advies

0-1 jaar vanaf het doorbreken van de eerste tandjes: 1x per dag poetsen met fluoride peutertandpasta (500-750 ppm fluoride)
2,3, 4 jaar 2x per dag poetsen met fluoride peutertandpasta (500-750 ppm fluoride)
5 jaar en ouder 2x per dag poetsen met fluoride tandpasta voor volwassenen (1000-1500)

Voor alle leeftijden geldt: fluoridetabletjes en andere extra toepassingen van fluoridemaatregelen alleen in overleg met de tandarts of mondhygiënist.

Wat kun je als leidster doen

  •  als er na de lunch door de kinderen wordt gepoetst, gebruik dan fluoride peutertandpasta.

  • gebruik een klein beetje tandpasta per keer (een bolletje zo groot als een erwtje)

Aanvullende informatie

Brochure "Fluoride, vragen en antwoorden”, te bestellen bij het NIGZ, de Bleek 13 in Woerden, telefoonnr. 0348-437600.

Terug


BESCHADIGINGEN VAN HET MELKGEBIT

Wat is het

Als we nagaan hoe vaak een kind in de leeftijd van 1 tot 4 jaar valt, is het gerust­stellend te weten dat daardoor maar heel weinig beschadigingen van het melkgebit veroorzaakt worden. Er zijn  drie mogelijke ongelukken waarbij tanden betrokken zijn:

  • Afgebroken tand

  • Losgeslagen tand

  • Uitgeslagen tand

In alle gevallen geldt: "raadpleeg de tandarts"!

 

Hoe krijgt een kind het

Beschadigingen kunnen veroorzaakt worden doordat het kind valt en op de voor­tanden terechtkomt. Het kind kan ook getroffen worden door een slag of stoot.

 

Wat kun je als leidster doen

Als een kind is gevallen op zijn gezicht, begint het meestal erg te huilen. De neus, boven­lip en/of tandvlees bloeden. BELANGRIJK : Het kind niet meteen optillen maar laten liggen en rustig toespreken; het kind altijd zelf laten opstaan. Zoals bij alle verwondingen aan het gezicht ziet het er vaak erger uit dan het in werkelijkheid is.

  1. Bij een afgebroken of losgeslagen tand (tand zit nog wel in de mond maar hij "wiebelt"):

  2. Het kind opvangen en kalmeren.

  3. Zelf rustig blijven.

  4. Voorzichtig met een steriel (vochtig) gaasje het wondgebied schoonmaken.

  5. Ouders waarschuwen.

  6. Zo snel mogelijk naar een tandarts gaan, bij voorkeur de eigen tandarts.

 

Bij een uit de mond geslagen/gevallen tand:

  1. Het kind opvangen en kalmeren

  2. Zelf rustig blijven.

  3. De tand op laten zoeken en meenemen naar de tandarts. Een uitgeslagen melk­tand mag NOOIT teruggeplaatst worden in de mond. De reden hiervan is dat de kiem van de blij­vende voortand hierdoor beschadigd kan worden. Door de uitge­slagen tand mee te nemen naar de tandarts kan er gekeken worden of de melk­tand compleet is. Er kan een stukje tand in de lip terecht gekomen zijn.

  4. Om de zwelling van de lip tegen te gaan kan een doekje met ijs (in een plastic zakje) tegen de gekwetste plek gehouden worden.

 

Wat kan het kindercentrum doen

De naam van de (huis)tandarts van elk kind bij de algemene gegevens van de kinderen vermelden. Er kunnen ook afspraken gemaakt worden met de tandarts in de buurt voor ernstige ongevallen zodat een kind daar snel terecht kan bij  letsel aan het gebit. Vul de naam en het adres van de tandarts in de buurt in op de telefoonlijst.

Terug


SNOEPEN EN TRAKTATIES  

Veel kinderen worden op heel jonge leeftijd al gewend aan suiker. Vooral snoep of tussendoortjes bevatten vaak suiker; zoals limonade, koekjes, vruchtensappen, chocolademelk enz. Snoep bevat vaak weinig belangrijke voedingsstoffen maar wel energie. Door deze energie neemt de eetlust af zodat het kind minder voedingsstoffen binnenkrijgt. In de mond leven bacteriën die uit suiker een zuur maken. Dit zuur kan gaatjes in tanden en kiezen veroorzaken. Des te langer er suiker in de mond blijft des te meer tijd de bacteriën hebben om dit zuur te maken. Ook het aantal keren dat er gesnoept wordt heeft invloed op de bacteriën.

Het speeksel heeft ongeveer 30 minuten nodig om al het zuur dat door bacteriën is gevormd  van 1 keer snoepen weg te werken. 

 Zolang als het  in de mond nog zuur is, zal het buitenste laagje van de tanden en kiezen (het glazuur) een beetje oplossen. Pas als al het zuur door het speeksel is weggewerkt, kan het opgeloste glazuur weer herstellen. Des te langer dit herstel kan plaatsvinden, des te beter het is. Indien er te vlug na die dertig minuten opnieuw iets wordt gegeten of gedronken, daalt de zuurgraad in de mond weer en treedt er onvoldoende herstel op. Het glazuur lost dan steeds verder op wat uiteindelijk tot een gaatje (tandbederf) zal leiden.

Wat kun je als leidster doen

  •  Als een kind jarig is mag het trakteren. Naast snoep zijn er echter ook traktaties die weinig suiker bevatten, zoals fruit, soepstengels, rijstewafels, popcorn, non‑food (krijtjes, boekjes, stickers, ballonnen enz). Tijdens een ouderavond kan hier informatie over worden  gegeven.

  • Overleg met ouders over de grootte van de traktatie en biedt ze ideeën aan hoe deze leuk vormgegeven kunnen worden. Bij de GGD Flevoland wordt  een traktatiemap uitgeleend met suggesties voor traktatiemogelijkheden.

  • Als er op snoep wordt getrakteerd kun je het kind laten trakteren vlak voordat de kinderen iets anders gaan eten of drinken (koppelen aan een pauze). Dan heb je slechts een eetmoment.

  • Adviseer aan ouders van jonge kinderen dat ze hun kind beter geen zuigfles met limonade, melk of vruchtensappen kunnen geven. De fles wordt meestal niet in een keer leeggedronken en de inhoud bevat meestal suiker, zodat er lange tijd suiker in de mond blijft. (zie ook hoofdstuk "voeding").

Terug


TANDENPOETSEN

Waarom moet je poetsen

Goed poetsen is nodig want:

  1. In een schone tand of kies kan geen gaatje ontstaan. Tandplak wordt door het poetsen verwijderd.

  2. Poetsen met fluoride-peutertandpasta zorgt ervoor dat de fluoride zijn beschermende werking tegen beginnende gaatjes goed kan uitoefenen.

  3. Door goed het tandvlees mee te poetsen, houd je het tandvlees gezond. Aangeraden wordt minstens tweemaal per dag te poetsen.

 Wanneer moet een kind beginnen met tandenpoetsen

Als de eerste tandjes er zijn kan een kind al beginnen met poetsen. Een kind kan er spelenderwijs mee kennismaken bijvoorbeeld door een klein zacht tandenborsteltje mee te geven in bad. Een kind doet graag na. Door als ouder zelf ook de tanden te poetsen in het bijzijn van het kind  geef je het goede voorbeeld. Vanaf 1 jaar kunnen de ouders beginnen met (na)poetsen. Het napoetsen door ouders of verzorgers blijft belangrijk tot het kind ongeveer 9 jaar oud is. Het is bewezen dat de fijne motoriek van kinderen tot ongeveer 9 jaar nog niet goed ontwikkeld is.

Welke tandenborstel

 Kinderen tot 5 jaar kunnen het beste met een kleine (peuter) tandenborstel poetsen. Met een kleine tandenborstel kunnen alle plekjes in de mond beter worden bereikt dan met een grote tandenborstel. Het beste is om een zachte of medium borstel te kiezen met een rechte steel. De borstel moet een smalle, korte borstelkop hebben en veerkrachtige, recht afgesneden nylon haren in veel kleine bosjes (multi‑tufted). Als de haren van de borstel uit elkaar staan is het tijd voor een nieuwe tandenborstel.

Welke tandpasta

Kinderen kunnen eerst met alleen water poetsen om aan het poetsen te wennen. Probeer zo snel mogelijk met peutertandpasta te poetsen in verband met de fluoride toediening. Een klein beetje tandpasta (erwtje) is al genoeg. Gebruik wel speciale fluoride‑peutertandpasta. Hier zit minder fluoride in dan in gewone tandpasta. Omdat kleine kinderen nog veel  tandpasta inslikken, krijgen ze met gewone tandpasta teveel fluoride binnen.

Hoe moet je een kind poetsen

Kinderen kun je het beste de zogenaamde horizontale poetsmethode leren. Met korte horizontale poetsbewegingen wordt elk plekje langzaam afgewerkt.

Het is verstandig steeds een vaste volgorde aan te houden zodat er geen plekjes worden overgeslagen, bijvoorbeeld:

  1. Ondergebit: eerst de binnenkant daarna de buitenkant en daarna bovenop de kiezen, vergeet het tandvlees niet mee te poetsen.

  2. Bovengebit: eerst de binnenkant, daarna de buitenkant en daarna bovenop de kiezen, ook het tandvlees poetsen.

 Napoetsen: Als je een kind wilt helpen met poetsen, ga dan schuin achter het kind staan, laat eventueel het kind zitten. Je kunt zo het hoofd van het kind steunen en goed zien waar je poetst. Aan te raden is om het kind mee te laten kijken in een spiegel zodat het ziet wat er gebeurt.

Wat kun je als leidster doen 

  • Probeer na de lunch de kinderen te laten poetsen.

  •  Vraag aan de ouders of er een borstel en tube tandpasta (met de naam van het kind) meegenomen kan worden.

  • Zorg er voor dat de borstel na elke poetsbeurt goed wordt schoongespoeld  en met de borstel naar boven in een beker wordt gezet, hij kan dan drogen.

  • Gebruik fluoride‑peuter‑tandpasta.

  • Na het tandenpoetsen is het niet meer nodig te laten spoelen met water. Door niet meer te spoelen blijft er een beetje tandpasta op het gebit achter. Fluoride die in deze tandpasta zit kan dan nog even op het gebit doorwerken. (Het teveel aan tandpasta na het poetsen mag natuurlijk wel worden uitgespuugd).

Terug


DUIM-,  VINGER- EN SPEENZUIGEN 

Wat is het

Een baby heeft een aangeboren behoefte om te zuigen (zuigreflex), dat nodig is om voedsel op te nemen. Het "duimen" geeft een kind een prettig gevoel en het kind zal dit gedrag gaan herhalen. Bij het zuigen op duim, vingers of speen zijn de tong, kaken en tanden in  dezelf­de positie als het zuigen op tepel of speen bij respec­tieve­lijk borst- of flesvoeding in de babyfase. De tong heeft in deze fase contact met de bin­nenkant van de onderlip (als er nog geen tanden zijn). Als de tanden doorkomen behoort de tong zich achter de tanden te houden.

Hoewel het zuigen op duim, vingers of speen een prettig gevoel geeft, kan het nadelige gevolgen hebben als dit te lang of te intensief wordt gedaan:

  1. Het kind kan verkeerd gaan slikken, doordat de tong zich niet achter de tanden bevindt.

  2. Het kind kan gaan slissen, waardoor spraakproblemen ontstaan.

  3. Door de druk van de duim of vingers kunnen de ondertanden naar achteren worden geduwd en de boventanden naar voren worden getrokken; de kaken worden vervormd.

  4. Als de boventanden erg naar voren staan kunnen de onder- en boventanden niet mee op elkaar sluiten; het is moeilijk om eten af te bijten.

  5. Er kan een verkeerde ademhalingsgewoonte ontstaan: door de mond ade­men in plaats van door de neus. Met als gevolg een grotere kans op infec­ties en tandbederf.

 Als zuiggewoonten tijdig worden gestopt kunnen groei-afwijkingen in het kaakstelsel worden voorkomen.

 Afwennen van duimzuigen

Als duimen een aangeleerde gewoonte is geworden zonder duidelijke functie, is het belangrijk om op jonge leeftijd (3 à 4 jaar) te beginnen met het ontwennen hiervan. In overleg met de ouders, tandarts en kinderleidster zal dit systematisch moeten gebeuren.

Duimen geeft vaak een gevoel van rust, zekerheid en vertrouwen. Een anderen manier om dat te geven is even knuffelen of samen een spelletje doen. Pakt het kind toch zijn duim dan kun je hiervoor in de plaats een knuffelbeestje geven. Als het kind eraan toe is kan men inspelen op de wens "groot" te zijn.  Niet-duimzuigen belonen heeft meer effect dan wel-zuigen te straffen. In bed laten slapen met de hand in een poppenkastpop of sokpop kan ook wel eens helpen.

Afwennen van de speen

Voor het afwennen wordt bij voorkeur een tijd gekozen dat het kind gezond is en geen last heeft van de tanden en als het gezin in een rustige periode is. De speen kan steeds korter worden gegeven of ineens worden weggelaten, bijvoorbeeld als men toch aan een nieuwe toe is. Extra aandacht of een speeltje kunnen als ver­vanging dienen. De speen moet worden teruggegeven als het kind nu op duim of vingers gaat zuigen. Gebeurt dit niet, dan is na even doorzetten de speen meestal na een week vergeten.

Wat kun je als leidster doen

  1. Als een kind het grootste gedeelte van de dag op zijn duim zuigt, kan er soms sprake zijn van moeilijkheden of problemen, bijvoorbeeld angst, onzekerheid of spanningen. Probeer samen met de ouders hierover te praten en de oorzaak van het probleem op te lossen.

  2. Informatie over  het effect van "zuiggewoonten" kan  aan de ouders gegeven worden door middel van bijvoorbeeld een informatiekrantje.

  3. Laat de ouders geen speen meenemen naar de peuterspeelzaal. Slaapt het kind op het kinderdagverblijf met een speen, deze voorzien van de naam van het kind en opbergen in een  eigen plastic bakje (dit kan ook door de ouders worden meegenomen. Speen goed schoonhouden.

Terug


VOORLICHTING OVER TANDZORG

Aanvullende informatie

Brochures “mondgewoonten” zijn te bestellen bij de afdeling logopedie, GGD Flevoland, Nagelerweg 3, 8304 AB Emmeloord, telefoonnummer: 0527-616666

Aanvullende informatie en voorlichting over mondverzorging worden gegeven door:

  1.        Samenwerkingsverband “FlevoTand”

P/a GGD Flevoland

Plaats 1

Postbus 1120

8200 BC Lelystad

tel.: 0320-276211

 

2.        NIGZ/ Ivoren Kruis, landelijke voorlichting mondgezondheid

Postbus 500

3440 AM Woerden

tel.: 0348-437600

 

3.            Stichting Voedingsinformatiecentrum

Eisenhouwerlaan 110

2517 KL Den Haag

tel.: 070-3068880

Terug


© Zorgnetwerk Flevoland 2000